11-2 AFSTANDSBEDIENINGINSTELLING
• Selecteer Geforceerd uit en AAN/UIT-bediening met behulp
van het TWEEDE CODENR. aan de hand van de ondersta-
ande tabel.
(De fabrieksinstelling voor de TWEEDE CODENR. is "01".)
Extern AAN/UIT-ingangssignaal
Geforceerd uit
AAN/UIT-bediening
• Selecteer Input A, Geforceerd uit en AAN/UIT-bediening aan
de hand van de onderstaande tabel.
Geforceerd uit
Input A "aan" om het apparaat geforceerd uit te
schakelen
(bediening met de afstandsbediening niet mogelijk)
Input A "uit" voor bediening met de afstandsbedien-
ing
11-3 HET INTERVAL VOOR DE FILTERREINIGING-
SMELDING INSTELLEN
• Leg de onderstaande tekst uit aan de klant als de filterstand-
tijdinstelling gewijzigd werd.
• In de fabriek wordt het interval voor de filterreinigingsmelding
ingesteld op 2500 uur (wat overeenkomt met een jaar gebruik).
• Het is mogelijk om het systeem zo in te stellen dat de meld-
ing niet wordt weergegeven.
• Wanneer het apparaat in een stoffige omgeving geïnstal-
leerd wordt, moet het interval voor de filterreinigingsmelding
korter worden ingesteld (1250 uur).
• Leg de klant uit dat het filter regelmatig gereinigd moet
worden om te voorkomen dat het dichtslibt en meld ook het
ingestelde interval.
Functienr.
EERSTE CODENR.
0
10 (20)
1 (laag/hoog)
3
14
EERSTE COD-
Functienr.
ENR.
12(22)
1
AAN/UIT-bediening
Apparaat dat wordt bediend door input A van "uit" in
"aan" te veranderen
Apparaat dat wordt geforceerd wordt bediend door
input A van "aan" in "uit" te veranderen
TWEEDE COD-
ENR.
01
Filterstof
laag
Interval
2500/1250
(eenheid: uur)
Filterreinigingsmelding
AAN
11-4 INSTELLINGEN VOOR NIET-STANDAARD MEE-
GELEVERDE ACCESSOIRES
• Meer informatie over de instellingen vindt u in de handleiding
bij het accessoire.
Bij gebruik van de draadloze afstandsbediening
TWEEDE
• Het is noodzakelijk om, bij gebruik van een draadloze
CODENR.
afstandsbediening, het adres daarvan in te stellen. Meer
01
informatie over hoe u dat doet, vindt u in de installatiehandle-
iding bij de draadloze afstandsbediening.
02
(3) Voer een werkingstest uit op de manier zoals is bes-
chreven in de installatiehandleiding van de buitenunit.
• De bedrijfsindicator van de afstandsbediening knippert
wanneer er een fout optreedt. Lees de storingscode af van
de LCD-display om de plaats van de storing te lokaliseren.
Een beschrijving van de storingscodes en de oorzaak
ervan vindt u in de "VOORZORGSMAATREGELEN VOOR
HET ONDERHOUD" van de buitenunit.
Controleer, als een of meerdere van de volgende meldin-
gen in het display weergegeven wordt, of de bekabeling
foutief is aangesloten of de voedingsspanning niet inges-
chakeld is, het systeem opnieuw.
Display van de afstandsbe-
diening
"
" display
"
"
"
"
02
hoog
10000/
5000
Geen informatie
UIT
in het display
VOORZORGSMAATREGELEN
• Stop de werkingstest altijd uitsluitend met behulp van de
afstandsbediening.
(4) Controleer, nadat de werkingstest uitgevoerd is, ook de
afvoer en de afvoerpomp op de manier zoals is bes-
chreven in "7. HET AANLEGGEN VAN DE AFVOERBUI-
ZEN".
• Er is een kortsluiting bij de aansluitingen
GEFORCEERD UIT (T
• De werkingstest is niet uitgevoerd.
" display
• De voedingsspanning van de buitenunit is uitges-
chakeld.
• De voedingskabel van de buitenunit is niet geïn-
" display
stalleerd.
" display
• Foutieve bekabeling voor de besturingskabel en/of
GEFORCEERD UIT-bekabeling.
• De besturingskabel is onderbroken.
• Besturingskabel verkeerd-om aangesloten
" display
• De voedingsspanning van de binnenunit is uitges-
chakeld.
• De voedingskabel van de binnenunit is niet geïn-
stalleerd.
• Foutieve bekabeling voor de bekabeling voor de
afstandsbediening, de besturingskabel en/of
GEFORCEERD UIT-bekabeling.
• De kabel voor de afstandsbediening is onderbro-
ken.
Inhoud
, T
).
1
2
Nederlands