3. Verwijder het onderhoudsluik.
4. Giet voorzichtig ongeveer 1L water via het inspectievenster
in de afvoerschaal om de werking van de afvoer te control-
eren.
VOORZORGSMAATREGELEN
Voorkom dat de vlotterschakelaar mechanisch belast
wordt.
(Deze zou daardoor kunnen breken.)
5. Monteer het onderhoudsluik.
6. Voer de volgende procedure uit met behulp van de
afstandsbediening en controleer de afvoer.
• Druk vervolgens op de inspectie/werkingstesttoets "
op de afstandsbediening. Het apparaat zal de werkingst-
est uitvoeren. Druk op de functiekeuzetoets "
selecteer VENTILATOR "
• Druk op de toets AAN/UIT "
binnenunit en de afvoerpomp zullen gaan werken.)
VOORZORGSMAATREGELEN
De ventilator zal ook inschakelen. Neem de nodige voor-
zichtigheid in acht.
Raak de afvoerpomp niet aan om gevaar voor elektrische
schokken te voorkomen.
Koelmiddelleidingen
Afvoergat
(met rubberdop)
Printplaat voor binnen
AFSTANDS-
TRANSMISSIE-
GEDWONGEN
BEDIENING
BEDRADING
UIT
De aansluitpunten
van de afstands-
bediening
7. Gebruik de afstandsbediening om de bewerking af te sluiten.
8.
HET KANAAL INSTALLEREN
Sluit het (niet standaard meegeleverde) kanaal aan.
Luchtinlaatzijde
• Monteer het kanaal en de flens aan luchtinlaatzijde (niet
meegeleverd).
• Monteer de flens op de hoofdunit met de meegeleverde
schroeven (7).
Klasse
15 · 20 · 25 · 32
Aantal plaatsen
16
• Omwikkel de flens aan inlaatzijde en de kanaalaansluiting
met aluminiumtape of vergelijkbaar product om te voor-
komen dat lucht kan ontsnappen.
VOORZORGSMAATREGELEN
Monteer altijd een luchtfilter in het kanaal wanneer u een kanaal
aansluit op de luchtinlaat. (Gebruik een luchtfilter met een ren-
dement van tenminste 50%, gemeten volgens de gravime-
trische methode.)
Het meegeleverd filter wordt niet gebruikt wanneer het inlaatka-
naal gemonteerd wordt
Nederlands
".
". (De ventilator van de
Draagbare pomp
Inspectiedeksel
Emmer
L
(geheel)
Elektrische
voeding:
Enkelfasig, 50 Hz,
220 V–240V
Enkelfasig, 60 Hz,
220 V
De aansluitpunten
van de voeding
Klemmenstrook
Klemmenstrook
40 · 50
22
.
Flens
(Niet meegeleverd)
Bevestigingsbout (7)
(accessoire)
Aluminium tape
(Niet meegeleverd)
Luchtuitlaatzijde
"
• Monteer een kanaal met dezelfde doorsnede als de luchtuit-
TEST
laatflens.
• Omwikkel de flens aan uitlaatzijde en de kanaalaansluiting
", en
met aluminiumtape of vergelijkbaar product om te voor-
komen dat lucht kan ontsnappen.
VOORZORGSMAATREGELEN
• Vergeet niet om het kanaal te isoleren om condensvorming
te voorkomen. (Materiaal: glaswol of polyethyleenschuim,
25 mm dik)
• Gebruik niet-elektrisch geleidend isolatiemateriaal tussen
het kanaal en de wand wanneer metalen kanalen worden
toegepast en houten wanden waarin metaalprofielen aan-
wezig zijn doorkruist moeten worden.
• Vergeet niet aan de klant uit te leggen hoe de vervangingsar-
tikelen (luchtfilter, grille (zowel de luchtuitlaat als de luchtinlaat-
grille) enzovoort.) gereinigd, c.q. vervangen moeten worden.
9.
ELEKTRISCHE BEDRADING
N
9-1 ALGEMENE INFORMATIE
• Schakel, voor aanvang van werkzaamheden, altijd eerst de
voedingsspanning uit.
• Alle ter plaatse verkregen onderdelen en materialen dienen
aan de landelijk geldende voorschriften te voldoen.
• Gebruik alleen koperdraad.
• Zie bij het monteren van de bekabeling ook het label
"Bedradingsschema" op het deksel van de besturingskast.
• Meer informatie over het aansluiten van de afstandsbedien-
ing vindt u in de "INSTALLATIEHANDLEIDING VOOR DE
AFSTANDSBEDIENING".
• Alle bedrading dient door een erkend elektricien te worden
aangelegd.
• Dit systeem bestaat uit meerdere binnenunits. Markeer de
verschillende apparaten als unit A, unit B enz. en controleer
dat de printplaatbedrading naar de buitenunit en de BS-unit
correct is aangesloten. Wanneer de bedrading en/of de
leidingen tussen de buitenunit en een binnenunit niet goed
is/zijn aangesloten, bestaat de mogelijkheid dat het systeem
niet goed werkt.
• In het elektrische systeem moet een onderbreker worden
geïnstalleerd waarmee het gehele systeem in één keer span-
63
ningsloos kan worden geschakeld.
26
• Raadpleeg de installatiehandleiding van de buitenunit voor
informatie over de draaddikte van de stroomkabel naar de bui-
tenunit, de capaciteit van de circuitonderbreker en -schakelaar
en instructies voor het aanleggen van de bedrading.
• Vergeet niet om de airconditioner te aarden.
• De aardingskabel mag niet in contact komen met gasleidin-
gen, waterleidingen, bliksemafleiders of de aarde van het
telefoonsysteem.
• Gasleidingen: door lekkage van gas kunnen explosies
• Waterleidingen: geen aarding op PVC-leidingen.
Isolatiemateriaal
(Niet meegeleverd)
Flens
Hoofdunit
(Niet meegeleverd)
Luchtinlaatzijde
Luchtuitlaatzijde
en brand ontstaan.
Aluminium tape
9