Veiligheidsinstructies voor de installatie
Alle
aansluitingen
î
rookgasafvoerleiding,
gas)
moeten
overeenstemming met de geldende
normen en voorschriften.
Als het toestel wordt geïnstalleerd tegen
î
een wand die is gemaakt van materiaal
dat gevoelig is voor hitte, zoals hout, dan
moet de installateur zorgen voor geschikte
isolatie tussen het toestel en het oppervlak
van de wand.
Respecteer de minimale afstanden
î
die in deze handleiding worden
voorgeschreven om te voorkomen
dat hete onderdelen van het toestel
te dicht bij de wanden of brandbaar
materiaal komen.
Behoud altijd een veilige afstand van
î
200 mm tot brandbare materialen; in
de stookruimte mogen geen materialen
worden opgeslagen.
Bewaar geen ontvlambare, bijtende
î
of explosieve producten naast het
toestel.
Installeer het toestel niet op een plaats
î
waar er chemische dampen of stoff en
aanwezig zijn in de omgevings- of
verbrandingslucht.
Als
het
toestel
î
professionele
kapperszaken,
verfwinkels, enz. waar chloride producten,
oplosmiddelen, verf, stof, enz. de lucht
kunnen verontreinigen, dan moet het
worden geïnstalleerd in een speciaal
daartoe voorziene stookruimte zodat de
verbrandingslucht die aan het toestel
wordt geleverd, schoon is.
Installeer
î
neutralisatie
overeenstemming met de geldende
lokale voorschriften en normen.
Als het toestel bedoeld is voor gebruik
î
met
G31
(propaangas),
van het toestel onder grondniveau
gevaarlijk zijn en zelfs verboden zijn in
sommige landen. Raadpleeg de lokale
voorschriften en vereisten voor de
installatie van het toestel.
F-111280_NL • 02
(elektrisch,
hydraulisch,
gebeuren
wordt
gebruikt
omgevingen
zoals
schoonmaakbedrijven,
een
systeem
voor
van
condensaat
vloeibaar
petroleumgas
kan
het
installeren
in
Zorg ervoor dat er buiten het toestel een
î
gepaste zekering of stroomonderbreker
(B10A of volgens de geldende plaatselijke
voorschriften) wordt geïnstalleerd, zodat de
stroom kan worden uitgeschakeld.
Raak
î
natte
stroomvoorziening actief is.
Voordat
î
elektrische circuit gaat uitvoeren, moet u de
stroomtoevoer naar het toestel uitschakelen
via de externe inrichting die daartoe is
bestemd
enz.).
Zorg ervoor dat het toestel en de installatie niet
î
kunnen bevriezen.
Het toestel moet zo worden geïnstalleerd
î
dat u of een installateur er altijd eenvoudig
toegang toe heeft.
Om het toestel te dragen of verplaatsen
î
in
moet u middelen gebruiken die geschikt zijn
voor de omvang en het gewicht ervan.
Vloermodellen moeten worden geïnstalleerd
î
op een vlakke steunplaat en wandmodellen
op een verticale wandhouder. Het materiaal
waarvan de steunplaat of de houder zijn
gemaakt, moet sterk genoeg zijn om het
gewicht van het toestel (inclusief water) te
dragen.
Zorg ervoor dat het toestel voldoende hoog
î
is geïnstalleerd zodat het condensaat naar
in
het riool kan afvloeien, en/of installeer een
systeem voor neutralisatie van condensaat
(indien nodig).
Zorg dat u het apparaat niet laat vallen
î
wanneer u het optilt, verplaatst of installeert.
Zet het toestel goed vast zodra het op de
juiste positie staat.
Zorg ervoor dat de leidingen en buizen
î
spanningsvrij gemonteerd worden om te
voorkomen dat er lekken ontstaan.
i
nstaLLatie van het Product
Wanneer
het
î
wordt aangesloten op het
elektriciteitsnet, dan moet het
worden geaard.
het
toestel
niet
lichaamsdelen
wanneer
u
werkzaamheden
(zekering,
stroomonderbreker,
Het
toestel
moet
î
geïnstalleerd in een droge en
beschermde ruimte met een
omgevingstemperatuur tussen
0 en 45°C.
toestel
aan
met
de
aan
het
worden
I-27