DEURBEL - Deze eigenschap kan in- en uitgeschakeld worden met de [Deurbel] toets. Voor de
NX-1208 en NX-1248 gebeurt dit met het commando [*1]. Wanneer het systeem
uitgeschakeld is, zal een activatie van de voor "deurbel" geselecteerde zones een DING-DONG
toon of een continue toon via de codeklavierzoemer genereren (afhankelijk van de
programmatie van het codeklavier). De "deurbel" eigenschap kan ingesteld worden per zone
en dit door de betreffende zoneconfiguratiegroep te programmeren of door de
geprogrammeerde zoneconfiguratiegroep aan te passen . (zie adressen 111-169)
DUBBELE/GESPLITSTE/MEERVOUDIGE RAPPORTERING - De NetworX centrale kan
alarmrapporten naar drie verschillende telefoonnummers sturen en dit voor zowel dubbele,
gesplitste als meervoudige rapportering. De dubbele, gesplitste of meervoudige rapportering
is selecteerbaar per event of per partitie. (zie adressen 4, 10 en 16)
EERSTE UITSCHAKEL-/LAATSTE INSCHAKELRAPPORTERING VOOR MEERDERE PARTITIES - Als
deze eigenschap geprogrammeerd werd, dan zal de NetworX centrale slechts een
inschakelrapport doorsturen nadat ALLE partities ingeschakeld werden. Een uitschakelrapport
zal echter verstuurd worden van zodra er één partitie uitgeschakeld wordt (zie adres 37).
EINDELUSWEERSTAND/NORMAAL GESLOTEN CONTACT - Het gebruik van de 2x 3K3
eindelusweerstanden kan worden geëlimineerd indien men de zones wenst te gebruiken voor
het aansluiten van NG (normaal gesloten) contacten. Een zone ingesteld voor een NG contact
zal geen fout rapporteren bij het kortsluiten van de zone. Bij het openen van het contact zal
de zone een "Niet Gereed" weergeven. Zie instellingen configuratiegroepen.
GEBRUIKERSCODES - Er kunnen 99 4-cijferige gebruikerscodes of 66 6-cijferige
gebruikerscodes geprogrammeerd worden in de NX-8-EUR om het systeem in en uit te
schakelen. Alle codes dienen hetzelfde aantal cijfers te bevatten. De standaardwaarde voor
gebruikerscode 1 (hoofdcode) is [1] - [2] - [3] - [4], bij gebruik van 4-cijferige codes, of [1] - [2] -
[3] - [4] - [5] - [6] bij gebruik van 6-cijferige codes. De hoofdcode kan gebruikt worden om
nieuwe gebruikerscodes te programmeren. (zie adres 41)
GEDWONGEN IN/UITSCHAKELCODE - Als een gedwongen in/uitschakelcode ("duress code")
geprogrammeerd werd, dan zal de NetworX centrale een "gedwongen inschakeling" of
"gedwongen uitschakeling" rapporteren telkens het systeem met deze speciale code in- of
uitgeschakeld wordt. De gedwongen in/uitschakelcode wordt gerapporteerd als gebruiker
254. (zie adres 44)
GEFORCEERD INSCHAKELEN - Indien zo geprogrammeerd, kan het systeem ingeschakeld
worden met verstoorde zones (= zonder groene "GEREED" led). Hierbij zal de "GEREED" led
knipperen als een zone, geprogrammeerd voor "geforceerd inschakelen" verstoord is. Als de
verstoorde zones in rust komen voor het einde van de uitgangstijd, zullen zij in de beveiliging
worden opgenomen op het einde van de uitgangstijd. Alle zones die niet in rust zijn voor het
einde van de uitgangstijd worden automatisch geblokkeerd tenzij de optie "geen auto-bypass
voor geforc. zones" ingesteld staat (adres 23, segment 5 optie 1- enkel voor Israël). Wanneer
deze zones in rust komen wanneer het systeem ingeschakeld is, dan worden zij gedeblokkeerd
en in de beveiliging opgenomen. Wanneer "blokkagerapportering" ingesteld is, zal eventueel
een blokkagerapport doorgestuurd worden voor zones die geprogrammeerd werden voor
"geforceerd inschakelen". Zelfs als de "blokkagerapportering" ingesteld werd, kan men toch
verhinderen dat er een blokkagerapportering doorgestuurd wordt voor "geforceerd in te
schakelen" zones (programmeerbare optie op adres 37, segment 5, optie 5). (zie adres 37, 111-
169)
GROEPSBLOKKAGE - Zones kunnen zo geprogrammeerd worden dat zij als één groep
blokkeren door [Blokkage/Bypass] - [0] - [0] - [Blokkage/Bypass] in te toetsen alvorens het
systeem in te schakelen. (zie adressen 111-141)
NX-8-EUR Installatiehandleiding
Pag 8
02/07/06