Programmatie van partitieparameters
DE ADRESSEN 88-109 WORDEN GEBRUIKT OM HET KLANTNUMMER EN/OF DE
EIGENSCHAPPEN VOOR IEDERE PARTITIE IN TE STELLEN. ALS EEN BEPAALD ADRES NIET
GEPROGRAMMEERD WORDT, DAN WORDT VOOR DE BETREFFENDE EIGENSCHAP DE
INSTELLING VAN PARTITIE 1 GEBRUIKT EN WORDT HET KLANTNUMMER GEBRUIKT DAT
GEKOPPELD WERD AAN HET OP TE ROEPEN TELEFOONNUMMER.
ADRES 88 - KLANTNUMMER VOOR PARTITIE 1 (6 segmenten, numerieke data)
Adres 88 bevat het klantnummer dat zal overgestuurd worden wanneer partitie 1 dient
gerapporteerd te worden. Als adres 88 niet geprogrammeerd wordt (allemaal "10"), dan zal
het klantnummer gebruikt worden dat behoort bij het telefoonnummer dat opgeroepen
werd. Als het klantnummer een "0" bevat, moet u dit programmeren als een "0". Het einde van
het klantnummer wordt aangeduid met een "10". Dus programmeer een "10" in het segment
dat onmiddellijk volgt na het laatste cijfer van het klantnummer (wanneer het klantnummer
minder dan 6 cijfers bevat). Wanneer het klantnummer 6 cijfers bevat, dient u alle segmenten
te programmeren.
ADRES 89 - KLANTNUMMER VOOR PARTITIE 2 (6 segmenten, numerieke data)
Adres 89 bevat het klantnummer dat zal overgestuurd worden wanneer partitie 2 dient
gerapporteerd te worden. Als adres 89 niet geprogrammeerd wordt (allemaal "10"), dan zal
het klantnummer gebruikt worden dat behoort bij het telefoonnummer dat opgeroepen
werd. Als het klantnummer een "0" bevat, moet u dit programmeren als een "0". Het einde van
het klantnummer wordt aangeduid met een "10". Dus programmeer een "10" in het segment
dat onmiddellijk volgt na het laatste cijfer van het klantnummer (wanneer het klantnummer
minder dan 6 cijfers bevat). Wanneer het klantnummer 6 cijfers bevat, dient u alle segmenten
te programmeren.
ADRES 90 - PARTITIE 2, EIGENSCHAPPEN EN RAPPORTERINGSSELECTIES (5 segmenten, optie-data)
Adres 90 wordt gebruikt om bepaalde eigenschappen in te stellen die voor de gebruiker
toegankelijk of zichtbaar kunnen gemaakt worden vanaf het codeklavier. Op dit adres kan
men eveneens selecteren welke rapporteringen er dienen geactiveerd te worden. Elk van deze
eigenschappen kan per partitie ingesteld worden. Refereer naar adres 23, segmenten 1 tot 5
voor een overzicht van de te selecteren eigenschappen. Als alle segmenten op dit adres
blanco gelaten worden (niets geselecteerd), dan zal deze partitie de instellingen van
partitie 1 gebruiken.
NX-8-EUR Installatiehandleiding
Pag 72
02/07/06