BEGIN/EINDE PROGRAMMERING EN EINDE DOWNLOADING - Er kan een rapport naar de
meldkamer verstuurd worden wanneer de locale programmering (via codeklavier) gestart en
beëindigd wordt. Er kan eveneens een rapport verstuurd worden als een downloadsessie
beëindigd wordt. (zie adres 37, segment 4, pagina 51)
BEWAKERSMODE (Guard code") – Gebruikerscodes 16 en 17 kunnen beschouwd worden als
zgn. "guard" codes of bewakerscodes. In dit geval kunnen de codes 16 en 17 niet gewijzigd
worden via een hoofdcode, maar alleen via downloading. Deze optie is alleen van toepassing
voor Scandinavië en is niet mogelijk op de NX-4-EUR (zie adres 41, segment 1).
BLOKKAGE LOCALE PROGRAMMERING - Deze eigenschap verhindert dat alle of slechts
specifieke adressen via het codeklavier kunnen geprogrammeerd worden. (zie adres 21)
BLOKKAGE TOGGLE - Deze eigenschap laat toe dat de gebruiker interne zones kan blokkeren
en deblokkeren ("toggle") terwijl het systeem ingeschakeld is. Dit "blokkeren/deblokkeren"
gebeurt met de [Blokkage/Bypass] toets. (zie adres 23, segment 2)
BRANDALARMVERIFICATIE - Indien geprogrammeerd, zal het systeem een brandalarm
verifiëren door meer dan één activatie van een branddetector (van dezelfde of van
verschillende detector) te eisen binnen een programmeerbare tijd alvorens een reëel
brandalarm te genereren. De brandalarmverificatietijd is programmeerbaar tussen 120 en
255 seconden. (zie adres 40, segment 9)
COMBINATIE- OF DUBBELPULSZONE - Een combinatie- of dubbelpulszone zal slechts een
alarm genereren als twee combinatiezones verstoord worden binnen een bepaalde tijd. Deze
tijd wordt de verificatietijd voor combinatie- of dubbelpulszones genoemd en is
programmeerbaar tussen 0 en 255 minuten op adres 40, segment 6. Een dubbelpulszone zal
een alarm genereren als deze twee maal geactiveerd werd binnen het geprogrammeerde
tijdsinterval. De centrale kan geprogrammeerd worden om de codeklavierzoemer en/of sirene
te activeren na de eerste activatie van een combinatie- of dubbelpulszone. De eerste activatie
van een combinatie- of dubbelpulszone wordt eveneens weggeschreven in het logboek. (zie
adressen 37, 39, 40 en 110-141)
COMMUNICATIEFOUT ("Fail to communicate") - De Networx-centrale zal een "service"
indicatie activeren op het codeklavier wanneer de centrale tevergeefs geprobeerd heeft een
rapport over te sturen naar de meldkamer (na het uitvoeren van het geprogrammeerd aantal
kiespogingen). Indien geprogrammeerd, zal een "communicatiefout" code doorgestuurd
worden bij de eerstvolgende succesvolle rapportering naar de meldkamer. Een
communicatiefout wordt eveneens weggeschreven in het logboek. (zie adres 37, segment 4)
COMMUNICATIE-PROTOCOLLEN - De NetworX centrale kan rapporteren in verschillende
protocollen. Het is aanbevolen om, indien mogelijk, het SIA of Contact ID protocol te gebruiken,
daar de rapporteringscodes voor deze protocollen automatisch door de centrale gegenereerd
worden. Indien men gebruik wenst te maken van private rapportering (adhv de NX-535
spraakmodule) of een 4+2 protocol, dan dient iedere rapporteringscode geprogrammeerd te
worden. (zie adressen 56-83 en 110-141)
CONFIGURATIEGROEPEN - De NetworX centrale heeft 30 programmeerbare
configuratiegroepen die bepalen hoe iedere zone zal functioneren en gerapporteerd zal
worden. De standaard configuratiegroepen worden verder weergegeven in deze handleiding.
Alle configuratiegroepen zijn volledig programmeerbaar via codeklavier en via downloading.
(zie adressen 110-169)
CONTROLE CODEKLAVIERZOEMER - De NetworX centrale kan geprogrammeerd worden om
de codeklavierzoemer(s) te activeren voor bepaalde gebeurtenissen. (zie adres 39)
NX-8-EUR Installatiehandleiding
Pag 7
02/07/06