■
Bescherm het product tegen extreme temperaturen, sterke schokken, brandbare gassen, stoom en oplosmidde-
len.
■
Bescherm het product tegen hoge luchtvochtigheid en vocht.
■
Bescherm het product tegen direct zonlicht.
6.4 Bediening
■
Neem contact op met een deskundige wanneer u twijfelt over de werking, veiligheid of verbinding van het pro-
duct.
■
Als het product niet langer veilig gebruikt kan worden, stel het dan buiten bedrijf en zorg ervoor dat niemand het
per ongeluk kan gebruiken. Probeer het product NIET zelf te repareren. Veilig gebruik kan niet langer worden
gegarandeerd als het product:
– zichtbaar is beschadigd,
– niet meer naar behoren werkt,
– gedurende een langere periode onder slechte omstandigheden is opgeslagen of
– onderhevig is geweest aan ernstige transportbelasting.
6.5 Batterijen/accu's
■
Zorg ervoor dat de batterij met de juiste polariteit in het product worden geplaatst.
■
De batterijen/accu's dienen uit het apparaat te worden verwijderd wanneer het gedurende langere tijd niet wordt
gebruikt om beschadiging door lekkage te voorkomen. Lekkende of beschadigde batterijen/accu's kunnen bran-
dend zuur bij contact met de huid opleveren. Gebruik daarom veiligheidshandschoenen om beschadigde batte-
rijen/accu's aan te pakken.
■
Batterijen/accu's moeten uit de buurt van kinderen worden gehouden. Laat batterijen/accu's niet rondslingeren
omdat het gevaar bestaat dat kinderen en/of huisdieren ze inslikken.
■
Alle batterijen/accu's dienen op hetzelfde moment te worden vervangen. Het door elkaar gebruiken van oude en
nieuwe batterijen/accu's in het apparaat kan leiden tot batterijlekkage en beschadiging van het apparaat.
■
Batterijen/accu's mogen niet worden ontmanteld, kortgesloten of verbrand. Probeer nooit niet-oplaadbare batte-
rijen op te laden. Er bestaat explosiegevaar!
6.6 Aangesloten apparaten
■
Neem tevens de veiligheids- en gebruiksinstructies van andere apparaten die op het product zijn aangesloten in
acht.
6.7 Elektrische veiligheid
■
Schakel de motor en de elektronica van het voertuig uit voordat u het product aansluit.
■
Reinig de batterijpolen om een goed contact te behouden en kortsluiting te voorkomen.
■
Vermijd elektrische schokken! Bedien het product niet met natte handen en controleer of de batterijklem en ka-
belisolatie niet beschadigd zijn.
■
Verwijder metalen sieraden (bijv. kettingen, ringen) wanneer u met batterijen werkt om het risico op kortsluiting,
elektrische schokken of brandwonden te verkleinen.
6.8 Persoonlijke veiligheid
■
Draag oogbescherming om letsels door explosies of bijtende chemicaliën te voorkomen tijdens het werken met
loodzuuraccu's.
6