Bedieningsinstructies voor AUMA wormwielkasten GS
met voorschakelkasten GZ
AUMA wormwielkasten en voorschakelkasten behoren tot hoogwaardige mechanische apparatuur.
Door de onderstaande aandachtspunten in acht te nemen kan schade aan deze apparatuur worden voorkomen.
1. Transport en opslag
· Transporteer het materiaal stevig verpakt naar de plaats van bestemming.
· Sla het materiaal op in goed geventileerde en droge ruimtes.
· Bescherm het materiaal tegen vocht uit de bodem door het in stellingen of op houten pallets
(of gelijkwaardig opslagmateriaal) op te slaan.
· Dek het materiaal af ter bescherming tegen stof en vuil enz.
· Bescherm ongespoten delen tegen roest met een daarvoor geschikt
anti-roestmiddel (bijv. zuurvrij vet).
· In geval van een langdurige opslagperiode a.u.b. ons consulteren.
2. Bedrijfsvoorwaarden
AUMA wormwielkasten GS kunnen bij de volgende
omgevingstemperaturen worden toegepast:
GS
–25 °C tot +80 °C
GS - H
0 °C tot +120 °C
GS - L
–40 °C tot +60 °C
GS - EL
–60 °C tot +60 °C
AUMA wormwielkasten GS en voorschakelkasten GZ kunnen in elke
gewenste positie gemonteerd en bediend worden.
3. Montage op afsluiter
· Ontvet zorgvuldig de contactvlakken van de opbouwflens.
· De koppelbus dient, voor zover niet op maat bewerkt van de fabriek
ontvangen, voorzien te worden van een boring met spiebaan die
overeenstemt met de afsluiterspindel.
(Bij de bouwgroottes GS 400 en GS 500 wordt iedere koppelbus
aan een wormwiel en daarmee aan de wormwielkast aangepast.
De toewijzing wordt door middel van een 4-cijferig nummer aangeduid.
Dit nummer is op een plaatje naast het typeplaatje, op de
opbouwflens en op de koppelbus ingeslagen.
Bij het monteren van de wormwielkast op de afsluiter dient men erop te letten,
dat de nummers op de wormwielkast en op de koppelbus met elkaar overeenkomen).
· Koppelbus op de as van de afsluiter plaatsen (zie afbeelding 1), daarbij
maten X en Z max. (zie tabel 1) aanhouden.
· De koppelbus ter voorkoming van axiale verschuivingen op de as fixeren,
met behulp van een radiaal draadeind of door middel van een ring en een bout
vastzetten tegen het aanzetstuk van de as van de afsluiter (zie afbeelding 1).
· Wormwielkast monteren. Indien noodzakelijk, de wormwielkast licht verdraaien tot de vertanding
van de koppelbus ingrijpt. Let op de centrering en het volledig op elkaar passen van de flenzen.
· Bevestigen met bouten (ten minste kwaliteit 8.8) voorzien van veerringen; met een
draaimoment overeenkomstig tabel 2 gelijkmatig en kruisgewijs aandraaien.
Aanwijzing: in de praktijk is gebleken dat het zeer moeilijk is, bouten of
moeren van grootte M30 en groter met de voorgeschreven
draaimomenten aan te trekken. Daardoor is het gevaar aan-
wezig, dat de wormwielkast zich ten opzichte van de afsluiter-
flens radiaal beweegt.
Om de verbinding tussen afsluiter en wormwielkast te verbete-
ren, raden wij aan een dun laagje Loctite 243 (of een gelijk-
waardig middel) op de contactvlakken aan te brengen.
GS 160 – GS 500
met
GZ 14 – GZ 40
Afbeelding 1
Tabel 1
Type
X
Y
max
max
GS 160
12
0
GS 200
22
0
GS 250
22
0
GS 315
26
0
GS 400
36
0
GS 500
40
0
Tabel 2
Type
8.8
GS 160
M16
GS 200
M20
GS 250
M30
GS 315
M36
GS 400
M36
GS 500
M42
Bladzijde 1 van 3
1.03
Uitgave
Y000.003/017/nl
Z
max
125
165
200
280
285
375
T
(Nm)
A
220
430
1.500
2.500
2.500
4.000