8
Inbedrijfstelling en voorbereiding voor het meten
8.1
Netwerkconfiguratie
DHCP-adressering gebruiken:
Klik op de knop DHCP-adressering gebruiken.
Een dialoogvenster bevestigt dat alle modules zijn ingesteld op DHCP-adressering.
Schakel de gehele moduleketen uit en weer in door de voeding uit en weer in
te schakelen.
De netwerk-LED's op alle modules knipperen vijf keer per seconde terwijl wordt
gewacht op DHCP-toewijzing van een IP-adres. De netwerk-LED's op alle modules
knipperen twee keer per seconde wanneer een adres is toegewezen.
Wacht tot de netwerk-LED op alle modules twee keer per seconde knippert.
Klik op de knop OK in het dialoogvenster.
MSEsetup voert een broadcast uit. De netwerk-LED van elke module knippert
twee keer per seconde totdat MSEsetup verbinding met de module krijgt. Het
aantal gevonden modules wordt in een dialoogvenster bevestigd.
Klik op de knop OK in het dialoogvenster om de configureerbare module-
instellingen met een back-upbestand te overschrijven of klik op de knop
Annuleren om het overschrijven van instellingen over te slaan.
In het berichtengedeelte van het scherm Verbinden verschijnt een bericht wanneer
broadcasting is voltooid.
Standaardfabrieksinstellingen terugzetten
Met de optie Standaardfabrieksinstellingen terugzetten worden alle modules in de
moduleketen teruggezet naar de standaardfabrieksinstellingen voor het netwerk.
Standaardnetwerkinstellingen:
Module
MSE 120x
MSE 11xx,
MSE 13xx,
MSE 1401,
MSE 1501
86
IP-adres
Subnet
172.31.46.2
255.255.255.0 27300
172.31.46.1
Asynchrone
Adressering
poort
DHCP
HEIDENHAIN | MSE 1000 | Bedieningsinstructies | 12/2015