EUROGRAND
3.
Bedieningselementen
en aansluitingen
3.1
Bedieningsvlak
Afb. 3.1:
Bedieningselementen van de EUROGRAND
Im In het volgende worden u de bedieningselementen van de
EUROGRAND uitgelegd. Voor een beter overzicht werd het vlak
in zinvolle secties opgedeeld.
MAIN VOLUME: Dient voor het instellen van het geluidsvo-
{1}
lume voor de interne luidsprekers, de koptelefoonuitgangen
en de LINE OUT-jack pluguitgangen.
BRIGHTNESS: Dient voor het instellen van het klankkarakter
{2}
van zacht (links) tot helder (rechts).
SPEAKERS: Dient voor het aan- en uitzetten van de interne
{3}
luidsprekers van de EUROGRAND. De MUTE-LED brandt,
wanneer de interne luidsprekers op mute gezet zijn. Bij ge-
bruik van een koptelefoon worden de interne luidsprekers
eerst automatisch uitgeschakeld.
DEMO: Dient voor het aan- en uitzetten van de DEMO-
{4}
modus.
METRONOME: Dient voor het starten en stoppen van de
{5}
metronoomtik.
TRACK 1: Dient voor het uitkiezen van spoor 1 voor weer-
{6}
gave of opname. De REC-LED brandt, wanneer het spoor
voor een opname geactiveerd is. De PLAY-LED brandt,
wanneer het spoor voor een weergave geactiveerd is en al
muziekgegevens bevat.
TRACK 2: Dient voor het uitkiezen van spoor 2 voor weer-
{7}
gave of opname. De REC-LED brandt, wanneer het spoor
voor een opname geactiveerd is. De PLAY-LED brandt,
wanneer het spoor voor een weergave geactiveerd is en al
muziekgegevens bevat.
6
START/STOP: Dient voor het starten en stoppen van de
{8}
weergave/opname van de muziek-sequencer.
REC: Dient voor de activering van de opname-modus.
{9}
SELECT: Dient voor het uitkiezen van de TEMPO-parameter
[10]
en de menupagina's van de EDIT-modus. In de EDIT-
modus licht de EDIT MODE-Led op, in de TEMPO-modus
de TEMPO-LED.
[11]
< >
tempo of om te bladeren in de menupagina's van de EDIT-
modus, al naar gelang de modus die met de SELECT-knop
geselecteerd is.
Display: Toont al naar gelang de functie het tempo,
[12]
menunummers of parameterwaarden.
-/NO, +/YES: Dient voor het verminderen en verhogen van
[13]
de in het display afgebeelde parameterwaarden. Met de
+/YES-knop wordt bovendien de uitvoering van bepaalde
EDIT-functies bevestigd.
SOUND SELECT: De 14 knoppen dienen voor de keuze
[14]
van een klankkleur. In de DEMO-modus kunnen daarmee
de aparte klankleurendemo's uitgekozen worden.
REVERB: Dient voor de keuze van een van de vier ruimte-
[15]
effecten (ROOM, HALL 1, HALL 2, STAGE) voor de gekozen
klankkleur. Een brandende LED duidt het actieve effect
aan. Brandt geen LED, wordt geen van de ruimte-effecten
gebruikt.
EFFECT: Dient voor de keuze van een van de vier modulatie-
[16]
effecten (CHORUS, FLANGER, TREMOLO, DELAY) voor de
gekozen klankkleur. Een brandende LED duidt het actieve
effect aan. Brandt geen LED, wordt geen van de modulatie-
effecten gebruikt.
VELOCITY: Dient voor de aanpassing van de aanslag-
[17]
dynamiek tussen een zachte (SOFT), middel (MEDIUM)
en harde (HARD) aanslag. Een brandende LED duidt het
actieve effect aan. Brandt geen LED, is de aanslagdynamiek
uitgeschakeld en zet een druk op een toets onafhankelijk van
de aanslagkracht een vaste waarde van het geluidsvolume
in werking.
Bedieningselementen en aansluitingen
: De beide knoppen dienen voor de invoer van het