EUROGRAND
5.
Uitgebreide bediening
In het volgende wordt u geïnformeerd over uitgebreide bedienings-
functies van uw EUROGRAND.
5.1
EDIT-modus gebruiken
Veel uitgebreide bedieningsfuncties van uw EUROGRAND kun-
nen via de EDIT-modus opgeroepen worden. In het volgende
wordt de procedure uitgelegd om instellingen in de EDIT-modus
uit te voeren.
Altijd wanneer u in de volgende procedures gevraagd
+
wordt naar de EDIT-modus te wisselen, dient u de vol-
gende stappenhandleiding om een functie uit te kiezen
en de waarden in te stellen op te volgen.
1)
Druk zo vaak op de SELECT-knop in de TEMPO/EDIT
MODE-sectie, totdat de EDIT MODE-LED brandt.
2)
Blader met behulp van de
< >-knop door de functies, totdat
u de gewenste functie (bijv. E1) uitgekozen hebt.
3)
Stel met behulp van de -/NO- en +/YES-knoppen in de
VALUE/SONG-sectie de gewenste waarde in.
5.1.1
Snelle toegang tot de functies
van de layer-modus
Met behulp van de volgende procedure krijgt u directe toegang
tot de menupagina's voor de layer-modus.
1)
Houd de beide knoppen van de klankkleuren, die u voor
de layer-modus gekozen hebt (bijv. GRAND PIANO 1 en
STRINGS) vast en druk op de SELECT-knop in de TEMPO/
EDIT MODE-sectie.
+
De EDIT MODE-LED brandt en de EDIT-pagina E3.1 wordt
opgeroepen.
10
Het geluid van de EUROGRAND kan in stappen van halve tonen
(via toetsen) naar boven of naar beneden getransponeerd worden.
Dat is nuttig, wanneer u bijvoorbeeld een stuk in een eenvoudige
toonsoort met weinig of geen voortekens (bijv. C majeur) wilt
spelem, maar het instrument in een moeilijk te spelen toonsoort
met veel voortekens (bijv. Des majeur) dient te klinken.
Voorbeeld: Des majeur heeft 5 b-voortekens. Men dient vele
zwarte toetsen te gebruiken om deze toonsoort te spelen. Wan-
neer men het klavier met een stap van 1 halve toon naar boven
transponeert, kan men deze toonsoort heel gemakkelijk op de
witte toetsen van de C majeur toonladder spelen.
Een transponering in octaafstappen (stappen van 12 halve tonen)
kan nuttig zijn om bijvoorbeeld voor het gemak lage tonen in de
middelste klavierpositie te kunnen spelen.
1)
Houd de TRANSPOSE-knop ingedrukt en stel met behulp
van de -/NO- en +/YES-knoppen in de VALUE/SONG-sectie
het gewenste transponeringsinterval in stappen van halve
tonen in.
Het display toont:
Geen transponering (fabrieksinstelling).
0:
Het ingestelde aantal stappen van halve tonen
1 ... 12:
naar boven transponeren.
-1 ... -12: Het ingestelde aantal stappen van halve tonen
naar beneden transponeren.
2)
Laat de TRANSPOSE-knop weer los, wanneer u de ge-
wenste waarde hebt ingesteld.
De LED boven de TRANSPOSE-knop brandt, zodra de
+
transponering actief is, dus een waarde groter of kleiner
dan 0 ingesteld werd.
Wanneer al een transponeringsinterval ingesteld is, kan
+
met een druk op de TRANSPOSE-knop de transponering
in- of uitgeschakeld worden.
5.3
Instellingen in de layer-modus
In de layer-modus kunnen extra instellingen gedaan worden om
het tegelijkertijd spelen met twee klankkleuren nog beter vorm
te geven.
Alle klankkleuren zijn intern van 1 tot 14 doorgenummerd. De
volgorde bepaalt, welke klankkleur intern als stem 1 en welke als
stem 2 beheerd wordt. Deze volgorde is belangrijk, wanneer u voor
de betreffende klankkleur veranderingen wilt aanbrengen.
In het voorbeeld worden de beide klankkleuren GRAND PIANO
1 en STRINGS voor de layer-modus gebruikt. GRAND PIANO 1
heeft intern nummer 1, STRINGS nummer 11. De klankkleur met
de kleinste waarde geldt intern als stem 1 (in dit geval GRAND
PIANO 1), de klankkleur met de hoogste waarde als stem 2 (in
dit geval STRINGS).
Wordt u bewust van de volgorde van de stemmen voor
+
uw gekozen klankkleurcombinatie en let er telkens op
voor welke stem u de volgende instellingen uitvoert.
Voor de instelling van de volgende functies dient u al
+
een layer-combinatie uit twee klankkleuren gevormd te
hebben (zie hoofdstuk 4.1).
Uitgebreide bediening
5.2
Transponeren
+