Bij aansluiting aan zijkant (onderzijde)
Open de uitdrukopening op het bodemframe en routeer de leidingen
onder het bodemframe.
LREQ5~12
Afsluitklep aan gaszijde
Soldeerverbinding
Bijkomende leiding
gaszijde (2)
Soldeerverbinding
Bijkomende leiding
vloeistofzijde (1)
Vloeistofzijde (niet
meegeleverd)
Gaszijde (niet
meegeleverd)
Bijkomende leiding
gaszijde (1)
LREQ15, LREQ20
Afsluitklep aan
vloeistofzijde
Soldeerverbinding
Bijkomende leiding
vloeistofzijde (2)
Soldeerverbinding
Bijkomende leiding
gaszijde (1)
Gaszijde (niet
meegeleverd)
Vloeistofzijde
(niet meegeleverd)
Bijkomende leiding
vloeistofzijde (1)
VOORZICHTIG
• Controleer of de plaatselijke leidingen niet in contact komen met
overige leidingen, het bodemframe of de zijpanelen van het
apparaat.
Voorzorgsmaatregelen voor leidingen
Voer het aftakken van de leidingen uit terwijl u rekening houdt met
de volgende punten.
• Bij aftakking van de vloeistofleiding een T-koppelstuk of
Y-koppelstuk gebruiken en dit horizontaal laten lopen. Dit om
een ongelijkmatige stroming van koelmiddel te voorkomen.
• Bij aftakking van de gasleiding een T-koppelstuk gebruiken en
de aftakking zo uitvoeren dat de afgetakte leiding zich boven de
hoofdleiding bevindt (zie de onderstaande afbeelding). Dit om
achterblijven van koelmiddelolie in de binnenunit te voorkomen
wanneer deze niet in bedrijf is.
• Gebruik een Y-koppelstuk voor de vloeistofaftakking en laat de
aftakking horizontaal lopen.
Y-koppelstuk
A
• Gebruik een T-koppelstuk voor de gasaftakking en verbind dit
vanaf boven met de hoofdleiding.
T-koppelstuk
Hoofdleiding
Installatiehandleiding
11
Afsluitklep aan
vloeistofzijde
Soldeerverbinding
Bijkomende leiding
vloeistofzijde (2)
Uitdrukopening
Druk de uitdrukopening uit.
Soldeerverbinding
Afsluitklep
aan gaszijde
Soldeerverbinding
Bijkomende leiding
gaszijde (2)
Uitdrukopening
Druk de uitdrukopening uit.
Soldeerverbinding
Horizontaal
vlak
±30° of
minder
Aanzicht A-pijl
T-koppelstuk
Aftakleiding
Zorg dat de leiding
naar beneden loopt
• Zorg dat het horizontale gedeelte van de gasleiding schuin
naar beneden loopt naar de buitenunit (zie de bovenstaande
afbeelding).
• Als de buitenunit zich hoger bevindt, moet er een afsluitinrichting
in de gasleiding worden gemaakt op 5 m intervallen vanaf de
buitenunit. Dit zorgt voor een soepele terugkeer van de olie in
de leiding die schuin naar boven loopt.
7.
TER PLAATSE TE VOORZIEN
BEDRADING
Voor elektrische installateurs
• Installeer altijd een aardlekschakelaar. In het product is een
omzetter ingebouwd. Om defect raken van de aardlekschakelaar
te voorkomen, moet de aardlekschakelaar bestand zijn tegen
harmonische interferentie.
• Gebruik de condensatie-unit niet voordat de aansluiting van de
koelmiddelleidingen voltooid is, omdat anders de compressor
defect kan raken.
• Verwijder nooit elektrische onderdelen zoals thermistors of
sensors bij het aansluiten van de voedingsbedrading of de
besturingsbedrading. De kans bestaat dat de compressor
defect raakt als de airconditioner gebruikt wordt terwijl
dergelijke elektrische onderdelen verwijderd zijn.
VOORZICHTIG
• Alle bekabeling buiten het apparaat en alle componenten moeten
door een erkend elektrotechnisch installateur worden geïnstalleerd
en moeten voldoen aan de ter plaatse en landelijk geldende
voorschriften.
• Gebruik een schone leiding. Gebruik nooit een voedingsbron
die gedeeld moet worden met een ander apparaat.
• Installeer nooit een faseversnellingscondensator. Aangezien dit
apparaat is uitgerust met een gelijkstroom-wisselstroom omzetter,
zal door het installeren van een faseversnellingscondensator niet
alleen het effect van de verbetering van de vermogensfactor
tenietgedaan worden, maar kan dit ook ongevallen veroorzaken
door oververhitting van de condensator als gevolg van
hoogfrequente golven.
• Begin pas met werkzaamheden aan de bedrading nadat de
voeding is uitgeschakeld.
• Aard draden altijd overeenkomstig de plaatselijke en landelijke
voorschriften.
• Dit apparaat is uitgerust met een gelijkstroom-wisselstroom
omzetter. Monteer een aardlekschakelaar voor het elimineren van
overlast op andere apparatuur door vermindering van storing die
door de omzetter wordt geproduceerd en om te voorkomen dat
door lekstromen de behuizing van het apparaat onder stroom
kan komen te staan.
• Aard de installatie nooit op gasleidingen, afvoerpijpen,
bliksemafleiders of telefoonaardingskabels.
Gasleidingen: kunnen ontploffen of in brand raken als er
een gaslek is.
Afvoerpijpen: Bij gebruik van leidingen van hard plastic is geen
aardingseffect mogelijk.
Telefoonaardingskabels en bliksemafleiders: gevaarlijk wanneer
deze door de bliksem worden getroffen als gevolg van een abnormale
toename van elektrisch potentiaal in de aardaansluiting.
Binnenunit-zijde
Aftakleiding
Zorg dat de leiding
naar beneden loopt
Hoofdleiding
Zorg dat de leiding
naar beneden loopt
Buitenunit-zijde
LREQ5~20B7Y1
Condensatie-unit met luchtgekoelde koeling
4PW74302-1D – 2016.11