melden en het tweede voor de meest recente groep om een alarm te melden
(zie afbeelding hieronder).
Afbeelding 4: Brandalarmaanduiding op de LCD van de centrale
Elk groepsbericht geeft het volgende aan:
•
Het ID en de omschrijving van de groep, de tijdstempel en de beschrijving
van de melder waarmee het eerste alarm in de groep is gerapporteerd.
•
Een teller met het totale aantal melders met een geactiveerd alarm in de
groep.
Druk op F1 (Displ gebeu.) en selecteer Alarmen als u details wilt weergeven van
de melders met een geactiveerd alarm. Selecteer vervolgens de desbetreffende
groep waarin het alarm is gerapporteerd. Er wordt een overzicht weergegeven
van de melders met een geactiveerd alarm in de groep.
Extra aanduidingen voor de brandalarmstatus zijn:
•
De indicatie-LED Alarm op de centrale knippert als het alarm is geactiveerd
door een detector, of brandt continu als het is geactiveerd door een
handbrandmelder.
•
Indien een groepenkaart is geïnstalleerd en de desbetreffende groep bevindt
zich op de groepenkaart, knippert of brandt de indicatie-LED van de groep
(afhankelijk van de bron van het alarm).
•
Als er een signaleringsvertraging is ingeschakeld, brandt de indicatie-LED
Signalering vertraging continu.
•
De indicatie-LED Vertraging signaalgever knippert terwijl de vertraging aftelt.
•
De indicatie-LED Signaalgever starten/stoppen geeft status van de knop
Signaalgever starten/stoppen (uitgeschakeld, ingeschakeld) en de status van
de signaalgevers aan (zie Tabel 3 op pagina 5 voor meer informatie).
•
Als er een doormeldvertraging is ingeschakeld, brandt de indicatie-LED Brand
doormelding vertraging continu. De indicatie-LED Doormelding vertraging
knippert terwijl de vertraging aftelt.
•
Als doormelding geactiveerd is, knippert het indicatie-LED Doormelding
AAN/Bevestigd. Als u installateur of onderhoudsmonteur dit zo
geconfigureerd heeft, geeft een continu brandend indicatie-LED Doormelding
AAN/Bevestigd aan dat het doormeldsignaal door de externe centrale
bevestigd is.
2X Series Bedieningshandleiding
15