Indicatoren voor signaalgevers, doormelding en besturingsapparaat
De centrale kan door uw installateur worden geconfigureerd voor meerdere
groepen voor signaalgever, doormelding of besturingsapparaat. Omdat groepen
van één enkel type niet altijd dezelfde status delen, geven de indicatoren op het
voorpaneel voor het bijbehorende groepstype de algemene status van alle
groepen weer. Bij een tegenstrijdige status wordt de status met de hoogste
prioriteit weergegeven.
Opmerking:
Voor ontruimingscentrales gebruiken indicatie-LED's voor
bedieningshandelingen die zijn gekoppeld aan de programmeerbare knoppen de
overeenkomstige indicatie-LED's van de programmeerbare knop.
De volgende voorbeelden zijn hiervan een illustratie.
Er zijn drie signaalgevergroepen, de eerste in de storingstatus, de tweede in de
vertragingstatus en de derde in de geactiveerde status. De indicatie-LED's van
de signaalgevers tonen de storingstatus van de eerste zone, de vertragingstatus
van de tweede zone en de geactiveerde status van de derde zone.
Er zijn twee groepen voor doormelding, de eerste in de geactiveerde status en
de tweede in de bevestigde status. De indicatie van de doormelding geeft de
bevestigde status weer, maar niet de geactiveerde status (de bevestigingsstatus
heeft prioriteit).
Neem voor meer informatie over de configuratie van uw centrale en de indicatie-
LED's contact op met uw plaatselijke installateur of onderhoudsbedrijf.
10