3
. Controleer.het.batterijniveau.
Controleer het batterijniveau op het LCD-
scherm.
q
Indicator
GEEN PICTOGRAM De batterijen zijn vrijwel geheel
ontladen.
De batterijen zijn bijna leeg. Ver-
q B
(rood)
vang de batterijen zo snel mogelijk.
De batterijen zijn leeg. Schakel de
w A
(knippert rood)
camera uit en vervang de batterijen.
1
Het kan voorkomen dat er geen waarschuwing voor
een te laag batterijniveau op het LCD-scherm ver-
schijnt voordat de camera wordt uitgeschakeld. Dit
kan vooral het geval zijn met batterijen die eerder
volledig leeg zijn geraakt. Het stroomverbruik kan per
functie enorm variëren, bij sommige functies en bij
het overschakelen van de opnamestand naar de af-
speelstand wordt de waarschuwing voor een te laag
batterijniveau (B) mogelijk slechts kort of helemaal
niet getoond voordat de camera wordt uitgeschakeld.
w
Beschrijving
Foto's maken in de modus M (Scèneherkenning)
4
. Bepaal.de.compositie.
Gebruik de zoomregelaar of schakelaar aan de
zijkant om de compositie op het scherm te be-
palen.
Selecteer W om uit te zoomen
Zoomindicator
Selecteer T om in te
zoomen
17