83325844 1/2022-01 La
Montage- en bedieningsvoorschrift
Oliebrander WL30/1-C Z-1LN-A
2 Veiligheid
2.1 Doelmatig gebruik
De brander is geschikt voor gebruik op warmtegeneratoren volgens NEN-EN 303
en NEN-EN 267.
Als de brander niet in vuurhaarden volgens NEN-EN 303 en NEN-EN 267
toegepast wordt, moet een veiligheidstechnische beoordeling van de verbranding
en van de vlamstabiliteit in de verschillende procestoestanden en bij de
uitschakelgrenzen van de verbrandingsinstallatie uitgevoerd en gedocumenteerd
worden.
De Verbrandingslucht moet vrij zijn van agressieve stoffen (b. v. halogenen).
Bij verontreinigde verbrandingslucht moet er meer gereinigd worden en is er vaker
onderhoud noodzakelijk'. In dit geval wordt een buitenluchtaanzuiging aanbevolen.
De brander dient bij voorkeur in gesloten ruimtes te worden gebruikt.
Als de brander niet in een gesloten ruimte gebruikt wordt, is een bescherming
tegen weersinvloeden, zoals regen en directe blootstelling aan de zon, noodzakelijk.
De omgevingscondities moeten in acht genomen worden [hfst. 3.4.3].
Ondoelmatig gebruik kan:
verwondingen of levensgevaar voor de gebruiker of derden veroorzaken,
het toestel of andere voorwerpen beschadigen.
2.2 Veiligheidsmaatregelen
Veiligheidsrelevante gebreken moeten onmiddellijk worden verholpen.
Componenten die een toenemende slijtage vertonen of waarvan de constructief
bepaalde levensduur overschreden is of voor het volgende onderhoud
overschreden wordt zullen uit voorzorg vervangen worden.
De constructief bepaalde levensduur van de componenten staan in het
onderhoudsplan vermeld [hfst. 9.2].
2.2.1 Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM)
Bij alle werkzaamheden de benodigde persoonlijke beschermingsmiddelen
gebruiken.
2.2.2 Normaal bedrijf
alle opschriften op het toestel leesbaar houden.
voorgeschreven instel- onderhouds- en inspectiewerkzaamheden tijdig
uitvoeren.
toestel alleen met gesloten afdekking gebruiken.
2.2.3 Elektrische werkzaamheden
Bij werkzaamheden aan onder spanning staande onderdelen:
voorschrift NEN 3140 voor werken aan onder spanning staande elektrische
installaties in acht nemen,
gereedschap volgens NEN-EN-IEC 60900 gebruiken.
Het toestel bevat componenten die door elektrostatische ontlading (ESD)
beschadigd kunnen worden.
Bij werkzaamheden aan printplaten en contacten:
printplaten en contacten niet aanraken,
evt. ESD-beveiligingsmaatregelen nemen.
7-112
2 Veiligheid