4BHoofdstuk 5: Alarminstellingen
een gebeurtenis te vinden. De DVR kan worden ingesteld om een alarm te
activeren indien er een beweging wordt geconstateerd en om deze op te nemen.
U kunt vervolgens de opgenomen bewegingsactiviteiten doorzoeken op
specifieke incidenten. Indien ingeschakeld kan bewegingsdetectie helpen het
aantal dagen dat uw DVR kan opnemen te verhogen.
U kunt de gebieden op een analoog scherm maskeren waar bewegingen
plaatsvinden die u geen opname wilt laten activeren, zoals een vlaggenmast of
een bewegende boom.
Selecteer het gevoeligheidsniveau voor bewegingen alsmede het doelformaat,
zodat alleen belangrijke objecten een bewegingsdetectie kunnen activeren. De
bewegingsdetectie wordt bijvoorbeeld geactiveerd door de beweging van een
persoon, maar niet van een kat.
Voor analoge camera's kunt u het schema en de gebieden die gevoelig zijn voor
bewegingsdetectie voor elke camera apart instellen of eenvoudig de instelling
van één camera overzetten naar andere camera's.
Bewegingsdetectie instellen
U kunt als volgt bewegingsdetectie instellen:
1. Klik op het pictogram
menuwerkbalk en selecteer
2. Selecteer de analoge camera waarmee u beweging wilt detecteren. Elke
camera moet afzonderlijk zijn ingesteld.
3. Schakel
Enable Motion Detection
4. Selecteer de gebieden op het scherm die u gevoelig wilt maken voor
bewegingsdetectie.
Klik en sleep de muiscursor over het venster. Het geselecteerde gebied wordt
weergegeven als een rood raster. Gebieden die worden bedekt door het rode
raster zijn gevoelig voor bewegingsdetectie.
Klik op
Full screen
Clear
(Wissen) om het scherm te wissen.
5. Selecteer het gevoeligheidsniveau.
28
Camera Management
Motion
(Beweging).
(Bew.detectie insch.) in.
(Volledig scherm) om het volledige scherm te activeren of
(Camerabeheer) in de
TruVision DVR 11 Gebruikershandleiding