Beeldvorm
• Als het gele kader nog steeds binnen het beeldkader staat na
a
volledig inzoomen, moet u de projector verder van het scherm
plaatsen.
• Wanneer u bijvoorbeeld projecteert op een breed scherm in
een kleine ruimte en u het gele kader niet kunt uitbreiden
buiten het beeldkader, moet het gele kader minstens de boven-
en onderzijde van het scherm bevatten zodat Screen Fit de
schermhoogte detecteert en het beeld aan het scherm kan
aanpassen.
e
Druk opnieuw op de knop [Screen Fit].
Wanneer het aanpasingscherm wordt weergegeven, mag u de projector
niet meer verplaatsen of het beeld blokkeren. Het geprojecteerde beeld
wordt gecorrigeerd volgens de hoogte-breedteverhouding van het beeld
dat wordt ingevoerd en dit bericht verschijnt.
f
Stem de beeldvorm fijn af zoals nodig met behulp van de keystone-
aanpassingsknoppen op het bedieningspaneel.
Als er geen bewerkingen worden uitgevoerd, verdwijnt het bericht na
ongeveer 7 seconden.
g
Druk op [Esc] wanneer u klaar bent.
De instelling Keystone is nu ingesteld op Quick Corner in het menu van de
projector Instellingen. Indien nodig kunt u de beeldhoeken individueel
corrigeren met Quick Corner door op het bedieningspaneel op de
pijlknoppen te drukken.
g g Verwante koppelingen
• "Instellingen projectorfuncties - menu Instellingen"
• "De beeldvorm corrigeren met Quick Corner"
De beeldvorm corrigeren met de keystone-knoppen
U kunt de keystone-correctieknoppen van de projector gebruiken om de
vorm van een beeld dat niet rechthoekig is, te corrigeren.
U kunt de keystone-knoppen gebruiken voor het corrigeren van beelden tot
30º rechts, of links of 45° omhoog of omlaag.
a
Schakel de projector in en geef een beeld weer.
b
Druk op één van de verticale keystone-aanpassingsknoppen op het
bedieningspaneel om het Keystone-aanpassingsscherm weer te geven.
43
pag.123
pag.44