Vóór het gebruik
Motorolie bijvullen
Vul het carter met olie met de juiste viscositeit voordat u de
motor start.
De capaciteit van de tandwielkast is ongeveer 0,6 liter.
Gebruik hoogwaardige motorolie die moet beantwoorden
aan de volgende specificaties:
vereiste onderhoudsclassificatie van API: SJ, SK, SL of
hoger.
Aanbevolen olie: SAE 30 (boven 0_C)
Alternatieve olie:
SAE 40 (boven 10_C)
SAE 10W30 (boven 35_C)
SAE 5W30 (boven 10_C)
Toro Premium motorolie is verkrijgbaar bij uw dealer met
een viscositeit van 15W–40 of 10W–30. Zie de
onderdelencatalogus voor de onderdeelnummers.
1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak.
Belangrijk
Zorg ervoor dat het oliepeil tussen de
markeringen voor het minimum- en het maximumpeil op de
peilstok staat. De motor kan defect raken als er te veel of te
weinig olie in het carter is.
1. Plaats de maaimachine zodanig dat de motor in een
horizontale positie is (Fig. 6).
1
Figuur 6
1. Oliepeilstok
2. Reinig de omgeving van de oliepeilstok.
3. Verwijder de oliepeilstok door deze linksom te draaien.
4. Veeg de oliepeilstok schoon en steek deze in de
vulopening zonder deze in de opening te draaien.
5. Haal de peilstok eruit en controleer het oliepeil.
6. Als het peil te laag is, vult u voldoende olie bij totdat
het oliepeil de vulopening bereikt.
Opmerking: Controleer het oliepeil om de vijf bedrijfsuren
of telkens nadat u de machine heeft gebruikt. Ververs de
olie na de eerste 8 bedrijfsuren en daarna om de 50
bedrijfsuren. Dit moet vaker gebeuren als de machine
wordt gebruikt in stoffige of vuile omstandigheden.
Brandstoftank vullen
Belangrijk
Gebruik nooit methanol, benzine die
methanol bevat, benzine die meer dan 10 % ethanol bevat,
benzine-additieven, superbenzine of wasbenzine omdat dit
kan leiden tot schade aan het brandstofsysteem van de
motor.
1. Reinig de omgeving van de tankdop en verwijder de
tankdop. (Fig. 7).
1
1. Dop van brandstoftank
2. Gebruik loodvrije benzine en vul de brandstoftank tot
aan de onderkant van de filterzeef. De tank niet te vol
vullen.
3. Doe de dop weer op de tank en veeg eventueel gemorste
benzine weg.
13
Figuur 7