Alde Compact 3020 HE Gebruiksaanwijzing pagina 24
Verberg thumbnails
Zie ook voor Compact 3020 HE:
- Gebruiksaanwijzing (19 pagina's) ,
- Gebruiksaanwijzing (19 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
7. Pijltjessymbolen
Wissel tussen de diverse toolvelden door
de pijltjessymbolen omhoog/omlaag te
gebruiken. Verlaat het Tools-menu door
gebruik te maken van de MENU-knop of de
return-knop.
8. Achtergrondverlichting
De achtergrondverlichting kan in drie ver-
schillende standen worden gezet: Donker,
Helder en Omgekeerd.
Zwart: Schakelt de achtergrondverlichting
uit. Druk op het scherm of de menuknop
wanneer stand-by is geactiveerd en het
scherm aangaat, maar na 30 seconden
weer zwart wordt als het paneel niet wordt
aangeraakt.
Helder: Achtergrondverlichting in stand-
bymodus.
Omgekeerd: Omgekeerde achtergrondver-
lichting in stand-bymodus.
Stand-by wordt automatisch na 30 seconden
geactiveerd als het paneel niet wordt aangeraakt.
9. *EisEX, 12 V-ontdooier voor gasregelaar
Dit is een klein verwarmingselement, dat 's
winters ijsvorming in de regelaar voorkomt
(voor Mono Control CS, DuoControl CS, Duo-
Control en DuoComfort). Indien DuoControl
CS of DuoControl is geïnstalleerd en aange-
sloten, verschijnt er een sneeuwvloksymbool
in de glasfles als EisEX is ingeschakeld.
10. *Belastingsmonitor
Deze functie voorkomt overbelasting van
de zekeringen op 230 V. Indien het totale
stroomverbruik van het voertuig de inge-
stelde waarde overschrijdt, wordt het elek-
trische vermogen van de ketel automatisch
verlaagd. Dit geldt ook voor de Truma
Comfort AC bij aansluiting op de Alde 3020.
Op grond van spanningswisselingen en
-toleranties kunnen er verschillende regel-
niveaus (5-17 A) geselecteerd worden. Kies
een lagere instelling als de zekering her-
haaldelijk doorslaat.
Let op. Wil de ACC functioneren met de
belastingsmonitor, dan moet de ACC zijn
ingeschakeld vanaf het paneel en niet via
de afstandsbediening.
11. *Booster
Regeling van booster op twee verschillende
snelheden. Starten en stoppen van de ven-
tilator wordt geregeld vanuit de ketel. Indien
de circulatiepomp van de ketel opstart, doet
de ventilator op de booster dat ook. Wan-
neer de circulatiepomp stopt, blijft de venti-
lator nog zes minuten doordraaien. Vervol-
gens stopt hij, tenzij de circulatiepomp weer
gestart is.
24
22
Functies die gemarkeerd zijn met een (*), zijn accessoires die niet op elk voertuig zijn
geïnstalleerd. Zie de voorschriften van de voertuigfabrikant.
12. *Vloerverwarming
Deze functie stuurt de werking van de
pomp van de vloerverwarming in interval-
len, wat betekent dat de pomp van de
vloerverwarming bij een warmtevraag
gedurende 5 min. loopt en vervolgens
5 min. uit is.
Stand: Let op dat Vertraging of Cont. is geac-
tiveerd; in deze twee standen is de vloerver-
warming ingeschakeld. In de Uit-stand is de
vloerverwarming uitgeschakeld.
Let op. In de stand Cont. kan het warmer wor-
den in het voertuig dan gewenst, aangezien
de verwarmingscontrole is uitgeschakeld!
Vertraging: De pomp van de vloerverwar-
ming is gedurende een bepaalde periode
aan nadat de circulatiepomp van de ketel is
gestopt. Deze vertraging kan worden inge-
steld op 15, 30 of 120 minuten.
13. *Motorverwarming
Deze functie maakt het mogelijk het verwar-
mingssysteem te gebruiken om de motor in
een camper, bus enz. te verwarmen.
Start motorverwarmer: Druk op de knop
die gemarkeerd is met Off: de tekst wijzigt
in On en de knop wordt groen. Stel vervol-
gens de gewenste tijd en dag in. Motorver-
warming start op de ingestelde tijd en dag.
De motorverwarming loopt vervolgens 60
minuten alvorens automatisch te stoppen.
Let op. De klok op het paneel moet zijn
ingesteld, anders werkt deze functie niet.
14. Antimicrobiële stand
De ketel start om 2 uur 's morgens (indien
de klok is ingesteld) en loopt gedurende 30
minuten als aangegeven voor "Meer warm
water" (zie paragraaf 2:5). Dit is om het
risico van legionella te verkleinen.
15. Offset (temperatuurinstelling)
Indien de temperatuur die op het paneel
wordt weergegeven niet overeenkomt met de
werkelijke temperatuur, kan deze met ±5 °C
op het paneel worden bijgesteld. Geldt ook
voor de weergave van de buitentemperatuur.
16. Hoogtemodus
Deze functie mag alleen worden gebruikt
als de ketel wordt aangedreven door LPG
op een hoogte van meer dan 1000 m
boven zeeniveau.
Let op. Gebruik bij de LPG-functie op grote
hoogte propaan voor een stabiele verbran-
ding. Let op. Variaties in de werkomstandig-
heden op grote hoogte kunnen ertoe leiden
dat de ketel altijd fase 1 vermogen bereikt,
maar in de LPG-functie niet altijd fase 2.
Advertenties
Inhoudsopgave
