1
Gebruik
Met het meet- en testinstrument METRISO
veiligheidsmaatregelen volgens DIN VDE 0100, ÖVE-EN 1 (Oostenrijk),
SEV 3569 (Zwitserland) en overige landgebonden voorschriften worden
getest. Het met een microprocessor uitgeruste instrument voldoet aan de
bepalingen IEC/EN 61557/VDE 0413.
Deel 1: Algemene voorschriften
Deel 2: Meetinstrumenten voor het meten van isolatieweerstanden
Deel 4: Meetinstrumenten voor het meten van de weerstand van aar-
dingsleidingen, beschermingsleidingen en vereffeningsleidingen
evenals aan de bepalingen volgens VDE 0701 deel 240: Reparatie, wijzi-
ging en testen van elektrische apparaten
Het meetinstrument is bijzonder geschikt:
•
Bij het vervaardigen
•
Bij de ingebruikname
•
Voor periodieke testen
•
En bij het zoeken naar fouten in elektrische installaties.
Met een set, bestaand uit de PROFiTEST
vereiste waarden voor een verkoopprotocol (bijv. van de ZVEH) meten.
Met de ingebouwde IR-interface van de METRISO
waarden worden overgebracht naar een PC, worden afgedrukt of gear-
chiveerd. Dit is met name zeer belangrijk voor de produktaansprakelijk-
heid.
®
Met de METRISO
C kunnen gemeten en getest worden:
•
Isolatieweerstanden
•
Laagohmige weerstanden
•
Aanraakstromen
•
Spanning en frequentie
•
Temperatuur en luchtvochtigheid (met toebehoren)
Met afgeschermde meetleiding kunnen bovendien worden getest:
•
Het lekvermogen van de vloerbedekking in verband met elektrostati-
sche ladingen
4
®
C kunnen snel en doelmatig
®
®
C en METRISO
C kunt u alle
®
C kunnen de meet-
Keurmerken
aangevraagd
2
Veiligheidsvoorschriften- en richtlijnen
Het elektronische meet- en testinstrument METRISO
ligheidsvoorschriften IEC/EN 61010-1/VDE 0411-1 en EN 61557
gebouwd en getest.
Wanneer het instrument op de voorgeschreven manier wordt gebruikt, is
zowel de veiligheid van degene die het instrument bedient, als de veilig-
heid van het instrument zelf gewaarborgd.
Lees de gebruiksaanwijzing voor de ingebruikname van uw apparaat zorgvuldig
en volledig door. Volg deze in alle punten op.
Het meet- en testinstrument mag niet gebruikt worden:
•
Bij het ontbreken van het deksel van de batterijhouder
•
Bij duidelijke uitwendige beschadigingen
•
Bij beschadigde aansluitleidingen en meetadapters
•
Als het niet meer correct functioneert
•
Ondeskundig is vervoerd
•
Na langere tijd bewaard te zijn geweest in ongunstige omstandighe-
den (bijv. vochtigheid, stof, temperatuur).
•
Tijdens het opladen van de accu
Betekenis van de symbolen op het instrument
waarschuwing voor gevaar
!
(let op, documentatie lezen!)
instrument in beschermingsklasse II
CAT III
instrument in de overspanningscategorie III
–
bus 9 V DC voor oplader NA 0100S
(artikel-nr Z501D)
K
EMA
EUR
aangevraagd
®
C is volgens de vei-
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH