Inhoudsopgave
Advertenties
In werking stelling
Controle vóór de in werking stelling
Controle vóór de in werking stelling
Voor de in werking stelling van de
brander, moet men eerst volgende
zaken nakijken en/of controleren :
– De werkingsaanwijzingen van de
constructeur van de ketel.
– De afstelling van volgende elementen:
Het regelsysteem van de tempe-
ratuur
Het regelsysteem van de druk
De regelthermostaat
De veiligheidsthermostaat
– De gasdruk bij aankomst : met een
druk van minstens 20 mbar voor
aardgas en minstens 30 mbar voor
propaangas.
– De dichtheid van de gasleidingen.
– De ontluchting van de
gastoevoerleiding.
– De vrije rookgasafvoer, een voldoende
aanvoer van lucht voor de verbranding.
Controleer het verloop van het
branderprogramma alvorens de
eerste gastoevoer toe te laten
· Gasafsluiter voor het gasblok sluiten.
· Indien de beschikbare gasdruk niet
voldoende is, de gasdrukpressiostaat
(klemmen 2 en 3) overbruggen ;
hiervoor moet de spanning op de
brander afstaan.
Weergave van incidenten en
bedieningsprogramma door de
branderautomaat
Doorheen het observatievenster 2 op
de voorkant van de branderautomaat,
kan men de weergave van de symbolen
van het verloop van het programma
zien. In geval van storing stopt het
mechanisme van het programma. Het
dan getoonde symbool toont de fase in
het verloop van het programma en de
aard van het incident volgens de
legende hiernaast.
Luchtdrukmanostaat
Basisafstelling : 2 mbar
rotatie naar rechts :
drukverhoging
rotatie naar links :
drukverlaging
Afstellling : op ongeveer 15% onder de
ventilatiedruk.
0112 / 13 004 013C
· De brander starten door de ketel in te
schakelen en het verloop van het
programma controleren.
– De ventilator start na een wachttijd
die van de positie van de
veiligheidsautomaat afhangt.
– Voorventilatietijd (20 sec.)
– Voorontstekingtijd (3 sec.)
– In veiligheid stelling met
vergrendeling van de automaat na
verstrijken van de veiligheidstijd
(storingsknop brandt)
· Spanning op brander afzetten door
de elektrische aansluiting af te
koppelen, ook de
overbruggingsdraad van de
gaspressiostaat afkoppelen.
· Elektrische aansluiting terug
aankoppelen.
· Veiligheidsautomaat ontgrendelen
door op de ontgrendelingsknop 1 te
drukken.
Geen start, onderbreking van
bedieningskring voor ontsteking
Interval tw, wachttijd
Open luchtklep
P
Luchtgebrek
¾ Interval t1, voorventilatie
Toelating voor brandstoftoevoer
1
In veiligheidstelling door afwe-
zigheid van vlamsignaal tijdens
veiligheidstijd
11
Advertenties
Inhoudsopgave
