PROBA 5
Nr.
Uitleg
2041
De absoluut maximum luchttemperatuur. Als de temperatuur boven deze waarde komt, zal de verwarming uitgeschakeld
worden. Er zal geen alarm gegenereerd worden.
2042
De absoluut minimum luchttemperatuur. Als de temperatuur onder deze waarde komt, zal de koeling uitgeschakeld
worden. Er zal geen alarm gegenereerd worden.
2043
De relatief maximum luchttemperatuur. Als de temperatuur boven deze waarde komt, zal de verwarming uitgeschakeld
worden. Er zal geen alarm gegenereerd worden.
2044
The relatief minimum luchttemperatuur. Als de temperatuur onder deze waarde komt, zal de koeling uitgeschakeld
worden. Er zal geen alarm gegenereerd worden.
2050
Differentie voor de maximum luchttemperatuur. Als de temperatuur lager wordt dan de maximum luchttemperatuur –
differentie, dan zal de verwarming weer ingeschakeld worden.
2051
Differentie voor de minimum luchttemperatuur. Als de temperatuur hoger wordt dan de minimum luchttemperatuur +
differentie, dan zal de koeling weer ingeschakeld worden.
2060
Om te voorkomen dat er temperatuuralarmen ontstaan doordat de deur open staat, kunnen de alarmen geblokkeerd
worden zolang de deur open staat.
6.6.10 Instellingen Alarmrelais
In deze parametersectie kunnen de alarmrelais toegekoppeld worden aan verschillende functies. Ieder
alarmrelais kan voor meerdere alarm situaties gebruikt worden.
De keuzes die gemaakt kunnen worden zijn:
• 0 – geen relais
• 1 – niet fataal alarmrelais
• 2 – fataal alarmrelais.
Nr.
Uitleg
2101
Alarm relais voor absoluut alarm 1.
2103
Alarm relais voor relatief alarm 1.
2105
Alarmrelais na stroom storing.
2106
Alarmrelais voor koelstoring.
2107
Alarmrelais voor verwarmingsstoring.
2109
Alarm relais voor deur storing.
2110
Alarm relais voor fan storing.
2111
Alarmrelais voor overschrijding maximum gastijd.
2112
Alarmrelais voor ventilatie storing.
2113
Alarm relais voor sensor storing.
2120
Fataal alarm kan gereset worden? Indien nee; het relais zal alleen gereset worden als de alarmsituatie opgeheven is.
Indien ja; het relais kan gereset worden ondanks dat de alarmsituatie nog actief is.
2121
Niet fataal alarm kan gereset worden?
2122
Moet de regeling doorgaan als er een extern fataal alarm actief is? Indien ja zal het programma vervolgd worden ondanks
een actieve externe alarmingang. Indien nee zal het programma stoppen indien een externe alarmingang actief is.
Doc.nr: 190355
Pagina 61
Versie: 1.0