Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Instellingen Begassing; Instellingen Ventilatie - VDH PROBA 5 Compact Installatiehandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor PROBA 5 Compact:
Inhoudsopgave

Advertenties

PROBA 5

6.6.6 Instellingen Begassing

Nr.
Uitleg
1501
Differentie voor de begassing (is alleen van toepassing als er een gassensor gebruikt wordt).
1502
Offset gas concentratie (Hiermee wordt het uitschakelpunt van de begassing verschoven. Offset = 0 dan zal de begassing
op het setpoint uitschakelen).
1503
Om te voorkomen dat deur geopend kan worden terwijl er gas in de cel zit, wordt de deur vergrendeld als de gassensor
een concentratie meet die hoger is dan deze parameter. Om de deur weer te ontgrendelen, moet er eerst geventileerd
worden.
1504
Ventilatie mag gas periode beëindigen
Hier kan aangeven worden of een handmatige ventilatie een einde mag maken aan de begassingsperiode. Indien deze
waarde op nee staat, zal er gedurende een begassingsperiode geen handmatige ventilatie gestart kunnen worden
1505
De gassensor kan als info sensor ingesteld worden. De begassing zal plaats vinden op basis van tijd en niet op basis van
concentratie als deze parameter op 1 staat.
1510
Begassen door middel van een puls – pauze regeling? Dit betekend dat de gasklep geopend is gedurende P1511
minuten en gesloten gedurende P1512 minuten. De pulsen en pauzes wisselen elkaar continue af gedurende de gehele
begassingsperiode.
1511
Pulstijd van de begassing (als P1510 is 1)
1512
Pauze tijd van de begassing (als P1510 is 1)
1520
De maximale tijd dat de gasklep geopend mag worden gedurende de begassingsperiode als er een gassensor gebruikt
wordt. Als deze tijd is verstreken en de concentratie heeft het setpoint nog niet bereikt, dan zal er een alarm gegenereerd
worden.
1521
De minimale/maximale pulstijd actief bij gebruik van een gassensor. Deze parameter is geldig in combinatie met P1522,
1523 en 1524.
1525
Als er een alarm gegenereerd is doordat de tijd van P1520 is verstreken, kan er voor gekozen worden om de gasklep al dan
niet te sluiten. Met deze parameter kan deze keuze worden gemaakt.
1526
Om te voorkomen dat meetfouten van de gassensor leidt tot onjuiste interpretaties, kan met deze parameter ingesteld
worden wanneer de uitlezing op 0 moet staan. Als de gemeten concentratie lager is dan deze waarde, zal de uitlezing op 0
blijven staan ondanks dat deze wellicht fluctueert binnen deze marge.
1527
Om te voorkomen dat de uitlezing van de gasconcentratie te snel op 0 gezet wordt, kan er een tijdvertraging ingesteld
worden. De concentratie zal minimaal deze tijd onder de waarde van P1526 moeten zijn voordat de waarde op 0 gezet wordt.

6.6.7 Instellingen Ventilatie

Nr.
Uitleg
1601
Als er een gasconcentratie gemeten wordt hoger dan het niveau van P1603, dan kan er automatisch geventileerd
worden. Dit geldt alleen na afloop van de begassingsperiode.
1602
Deze parameter doet hetzelfde als P1601 maar nu wordt er ook belucht tijdens de begassingsperiode.
1603
Het maximum ethyleenniveau waarboven er geforceerd geventileerd zal worden (als P1601 of P1602 is 1).
1604
De differentie voor P1603. Als het niveau lager is dan P1603 - P1604 dan zal de ventilatie weer stoppen.
1610
Als er een CO2 niveau gemeten wordt hoger dan het niveau van P1612, dan kan er automatisch geventileerd worden. Dit
geldt alleen na afloop van de begassingsperiode.
1611
Deze parameter doet hetzelfde als P1610 maar nu wordt er ook belucht tijdens de begassingsperiode.
1612
Het maximum CO2 niveau waarboven er geforceerd geventileerd zal worden
(als P1610 of P1611 is 1).
1613
De differentie voor P1612.
Doc.nr: 190355
Pagina 59
Versie: 1.0

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave