Neuswiel van het zaagblad smeren
Het neuswiel van het zaagblad moet bij elke tankbeurt
gesmeerd worden. Gebruik een hiervoor bedoelde
smeerspuit en lagervet van goede kwaliteit.
Naaldlager smeren
De koppelingstrommel is voorzien van een naaldlager op de
uitgaande as. Dit naaldlager moet regelmatig worden
gesmeerd (1 keer per week). N.B.! Gebruik lagervet van
goede kwaliteit of motorolie.
Zie instructies in het hoofdstuk Snijuitrusting.
Het instellen van de oliepomp
De oliepomp is instelbaar. Het instellen gebeurt door de
schroef met een schroevendraaier of combinatiesleutel te
draaien. De machine wordt door de fabriek geleverd met één
slag open. Door de schroef met de wijzers van de klok mee te
draaien wordt de olietoevoer kleiner, door hem tegen de
wijzers van de klok in te draaien groter.
Aanbevolen stand:
Zaagblad -15":
1 slag vanaf de gesloten stand.
Zaagblad 15"-18":
2 slagen vanaf de gesloten stand.
Zaagblad 18"-24":
3 slagen vanaf de gesloten stand.
Zaagblad 24"-:
4 slagen vanaf de gesloten stand.
Deze aanbeveling geldt voor de kettingolie van JONSERED,
voor andere kettingoliën de olietoevoer met één stap
vergroten.
WAARSCHUWING! Bij het instellen mag de
!
motor niet draaien.
34 –
Dutch
ONDERHOUD
Koelsysteem
Om de werktemperatuur zo laag mogelijk te houden, is de
machine uitgerust met een koelsysteem.
Het koelsysteem bestaat uit:
1 Luchtinlaat in de starter.
2 Luchtgeleidingsrail.
3 Ventilatorschoepen op het vliegwiel.
4 Koelflenzen op de cilinder.
5 Cilinderkap (leidt de koellucht naar de cilinder).
4
3
Maak het koelsysteem één keer per week schoon met een
borstel; dit moet vaker gebeuren wanneer u in moeilijke
omstandigheden werkt. Een vuil of verstopt koelsysteem leidt
tot oververhitting van de machine waardoor de cilinder en
zuiger beschadigd kunnen worden.
Centrifugaal reinigen "Turbo"
Centrifugaal reinigen houdt het volgende in: Alle lucht naar de
carburateur gaat door de starter. Vuil en stof worden
weggeblazen door de koelventilator.
BELANGRIJK! Om de werking van de centrifugaalreiniging
niet in gevaar te brengen, moet hij goed onderhouden
worden. Maak de luchtinlaat van de starter, de
ventilatorschoepen van het vliegwiel, de ruimte rond het
vliegwiel, de inlaatpijp en de carburateurruimte schoon.
Gebruik in de winter
In de winter kunnen poedersneeuw en kou bedrijfsproblemen
veroorzaken zoals:
•
Een te lage motortemperatuur.
•
Ijsvorming op luchtfilter en bevriezing in de carburateur.
Men dient daarom speciale maatregelen te treffen, zoals:
•
De luchtinlaat van de starter verminderen en zo de
werktemperatuur van de motor verhogen.
5
2
1