Zie de Nokia-website en de gebruikershandleiding bij uw
carkit voor meer informatie over carkits en compatibiliteit
met uw apparaat.
Het SIM-toegangsprofiel gebruiken
1. Selecteer
Menu
Connect.
>
SIM-modus
> Aan.
2. Activeer Bluetooth in de carkit.
3. Gebruik uw carkit om het zoeken naar compatibele
apparaten te starten. Raadpleeg de
gebruikershandleiding bij uw carkit voor instructies.
4. Selecteer uw apparaat in de lijst met compatibele
apparaten.
5. Als u de apparaten wilt koppelen, voert u in uw
apparaat de Bluetooth-toegangscode in die op het
scherm van de carkit wordt weergeven.
Tip: Als u de SIM-kaart al met het actieve
gebruikersprofiel vanaf de carkit hebt benaderd,
zoekt de carkit automatisch naar een apparaat met
deze SIM-kaart. Als uw apparaat wordt gevonden en
automatische autorisatie geactiveerd is, wordt
automatisch verbinding gemaakt met het GSM-
netwerk wanneer u de auto start.
Wanneer u het profiel voor externe SIM-toegang activeert,
kunt u toepassingen op uw apparaat gebruiken die geen
netwerk of SIM-diensten nodig hebben.
Als u een verbinding tussen uw apparaat en de carkit tot
stand wilt brengen zonder afzonderlijke acceptatie of
autorisatie, selecteert u
Menu
Bluetooth
en opent u het tabblad met gekoppelde
apparaten. Selecteer de carkit, druk op de navigatietoets
en voer de Bluetooth-toegangscode in. Als het apparaat
vraagt of er automatisch verbinding moet worden
Bluetooth
Externe
>
>
Connect.
>
>
gemaakt, selecteert u Ja. Als u
verbindingsverzoeken van deze carkit elke keer opnieuw
expliciet worden geaccepteerd.
Als u de verbinding voor externe SIM-toegang op uw
apparaat wilt beëindigen, selecteert u
Connect.
Bluetooth
>
Draadloos LAN
Opmerking: In Frankrijk is het gebruiken van een
WLAN alleen binnenshuis toegestaan.
Uw apparaat kan draadloze LAN's (WLAN) opsporen en er
verbinding mee maken. Als u een WLAN-verbinding wilt
gebruiken, moet er een netwerk op uw locatie
beschikbaar zijn en moet uw apparaat daarmee zijn
verbonden.
WLAN-verbindingen
Belangrijk: Schakel altijd één van de beschikbare
encryptiemethoden in om de beveiliging van uw
draadloze LAN-verbinding te vergroten. Het gebruik van
encryptie verkleint het risico van onbevoegde toegang tot
uw gegevens.
Als u gebruik wilt maken van WLAN, moet u in het
draadloze LAN-netwerk een internettoegangspunt
instellen. Gebruik het toegangspunt voor toepassingen
waarvoor een internetverbinding nodig is. Een WLAN-
verbinding wordt tot stand gebracht wanneer u een
gegevensverbinding maakt met een WLAN-toegangspunt.
Nee
selecteert, moeten
Menu
>
Externe SIM-modus
> Uit.
>
115