1 2 3 4 5 6
Automatische instelling voor geschikte surroundeffecten (IntelliBeam)
Gebruik eerst de functie "IntelliBeam" om elk kanaal zo in te stellen dat dit toestel de
optimale kijk- en luisterervaring kan bieden.
• De procedure AUTOM. SETUP werkt mogelijk niet goed als dit toestel geplaatst is in een van de ruimtes
die beschreven worden bij "Niet aan te bevelen luisteromgevingen" (p. 16). U kunt de functie Mijn Surround
gebruiken om ook in deze soorten ruimtes te genieten van een rijke surroundweergave. Zie "Kanaal
Uitgang" (p. 75) voor meer informatie.
• Sluit de IntelliBeam-microfoon niet aan via een verlengkabel; dit kan leiden tot een onnauwkeurige
geluidsoptimalisatie.
De IntelliBeam-microfoon installeren
1
Zet de meegeleverde kartonnen microfoonstandaard in elkaar en zet
dan de IntelliBeam-microfoon op zijn plaats.
1
2
Verwijder
Plaats horizontaal
5
4
3
Bevestig
Bevestig
Haal erdoor heen
2
Plaats de meegeleverde kartonnen microfoonstandaard en de
IntelliBeam-microfoon op uw luisterplek.
• Plaats de IntelliBeam-microfoon op dezelfde hoogte als waar uw oren zouden zijn als u op uw plek zit.
• Plaats de IntelliBeam-microfoon parallel met de vloer.
• U kunt ook een statief of een kruk gebruiken in plaats van de meegeleverde kartonnen
microfoonstandaard.
IntelliBeam-microfoon
Hoogte van het midden
van dit toestel
Kartonnen
microfoonstandaard
1,8 m of meer
Middenlijn
Kartonnen microfoonstandaard
Zorg ervoor dat er zich geen obstakels bevinden tussen de IntelliBeam-microfoon en
de muren in uw luisterruimte, aangezien deze objecten het pad van de geluidsbundels
verstoren.
Voorwerpen die tegen de wand staan, worden echter gezien als uitstekende delen van
de wanden.
VOORBEREIDINGEN
Bovengrens
Binnen 1 m
Binnen 1 m
Luisterplek
Ondergrens
IntelliBeam-microfoon
➤
f Begininstellingen
Nl
32