I. STROOMPROBLEMEN
De Humminbird gaat niet aan
▪ Is de stroomkabel correct aangesloten op de (volle) accu? Rood aansluiten op + en zwart op -
▪ Is de stroomkabel correct achter op de headunit aangesloten?
Controleer of de stekker niet andersom geplaatst moet worden.
▪ Is de aansluiting achter op de headunit gecorrodeerd?
▪ Zijn de accuklemmen gecorrodeerd? Schoon schuren m.b.v. grof schuurpapier of vervang accu.
▪ Is de accuspanning minimaal 10 Volt?
▪ Staat er spanning op het zekeringenhouder?
▪ Is de zekering kapot? Vervang de zekering
De Humminbird gaat uit zichzelf aan en gaat niet meer uit
▪ Is de buitenmantel van de transducerkabel beschadigd? Zo ja, afplakken met isolatietape.
▪ Blijft het probleem zich voordoen wanneer u de transducerkabel uit de headunit trekt?
Zo ja, transducerkabel of transducer kapot. Neem contact op met uw verkooppunt.
De Humminbird start alleen op in Simulator
▪ Is de transducerkabel goed aangesloten op de unit? Controleer dit m.b.v. de montage instructies.
▪ Is de transducerkabel beschadigd of gecorrodeerd? (indien nodig transducer vervangen)
▪ Ligt de transducer goed onder water?
▪ Is de stroomkabel correct aangesloten? Controleer dit m.b.v. de montage-instructies.
▪ Is er een tussenschakelaar? Controleer of deze kapot is door Humminbird zonder tussenschakelaar
aan te sluiten.
Vermogen Humminbird valt bij hoge vaarsnelheden weg
▪ De Humminbird heeft een beveiliging die in werking gaat wanneer de ingaande spanning meer dan
20 Volt bedraagt. Het afgegeven vermogen van uw buitenboordmotor is niet constant.
II. BEELDSCHERMPROBLEMEN
Verscheidene omstandigheden kunnen de beeldkwaliteit van de fishfinder beïnvloeden. Een aantal
beeldproblemen worden hieronder beschreven, vergezeld van een mogelijke oplossing.
Probleem:
▪ Onduidelijk (vaag) beeld
▪ Gaten in bodembeeld en
dieptemetingen veranderen niet
▪ Bodembeeld verzwakt,
verdwijnt of krijgt gaten
▪ Niet correcte weergave
sonarbeelden, geen vissymbolen
terwijl u weet dat er vis is.
Oorzaak / Oplossing:
→ Ingaande spanning minimaal 10 Volt?
→
Te ondiep water, min. diepte 90 cm.
→
Te onrustig water/teveel deining/golfslag
→
Ligt transducer goed onder water?
→
Afstelling transducerhoek correct? Controleer dit m.b.v. de
montage instructies.
→
Min. afstand tot propeller 38 cm? (i.v.m. cavitatie)
Ontvangst van sonarweerkaatsingen verstoord door:
→
Ruis/interferentie van buitenboordmotor? Zie Ruisproblemen
→
Transducer vuil? Deze schoonmaken.
→
Transducerhoek goed afgesteld? Controleer dit m.b.v. de
montage instructies.
→
Transducer niet goed verlijmd? (luchtbellen in de lijm)
→
Transducer verlijmd op te dikke romp?
→
Te lage accuspanning? Laad de accu.
104