Eisen aan de opstelling en transport
Invoering elektrische kabels
A
Met aansluitset en geluidsisolerende compensato-
B
ren (toebehoren)
1000 mm
≥
Vrije ruimte voor installatie en onderhoud:
C
500 mm
≥
Lichte doorgang (conform DIN 18101):
D
944 mm
≥
Geluiddempend voetstuk
Voor de geluidsisolatie en voor een gelijkmatige
gewichtsverdeling kan de warmtepomp op een door de
installateur te plaatsen voetstuk worden gezet.
Opmerking
Bij hoekopstelling verhoogt u het voetstuk met de mini-
male afstanden (zie hoofdstuk "Minimumafstanden" op
pagina 12).
Afb. 5
Beton B25, ijzer
A
Vloeropbouw, estrik
B
Bovenkant ruwe vloer
C
Drukpunten van de poten van de warmtepomp
Type BW 302.D090 en BW 302.D110
50
1064
1400
Afb. 6
Drukpunt voet
ê
Geluidsisolatie drukvast, circa 10 tot 20 mm
E
Voorzijde van de warmtepomp
F
(vervolg)
Opmerking
De elektronische inspuitklep en de aansluitkast van de
compressor bevinden zich aan de rechterzijde.
Geluidsisolatie volgens voorschriften
D
Geluidsisolatie drukvast, circa 10 tot 20 mm
E
Warmtepomp
F
168
Montagehandleiding
13