5. Temperatuur
5.1. Verwarmen
Temperatuur
Verwarmen actief
Verwarmen
In een woning met een hybride warmtepompsysteem is het aan te
bevelen om een constante temperatuur te handhaven. Omdat een
warmtepompsysteem een langzaamwerkend systeem is (trager dan
bij alleen een cv-ketel), wordt ten zeerste afgeraden om dagelijks
de temperatuur aan te passen. Mocht u toch een kleine
nachtverlaging willen instellen dan blijft dit mogelijk door
thermostaat in de
NACHTSTAND
kiezen op pagina 27. Een grotere verstelling dan 1°C is daarbij niet
aan te bevelen.
te schakelen, zie Dag-/nachtstand
5.2. Dag-/nachtstand kiezen
Omschakelen dag-/nachtstand
Dagstand
Nachtstand
U kunt de temperatuur in de woning regelen door de thermostaat in
de
DAGSTAND
of
NACHTSTAND
stand een eigen temperatuur instelbaar is.
De temperatuurstanden zijn af fabriek ingesteld op:
Dagstand: 20 °C
●
Nachtstand: 15 °C
●
De normale gebruiksstand is dagstand. Bij afwezigheid van de
bewoners of 's-nachts tijdens het slapen kunt u de temperatuur
verlagen door de nachtstand in te schakelen.
a) Activeer de thermostaat.
b) Controleer welke stand in de statusbalk is ingesteld.
c) Door meerdere keren op de knop
drukken zullen de dagstand en nachtstand afwisselend
verschijnen.
Kies de juiste stand.
U kunt de ingestelde temperatuur van de dagstand of nachtstand
verhogen of verlagen naar behoefte.
te schakelen, waarbij voor elke
DAG-/NACHTSTAND
te
27