3.3. Opstarten
Tijdens het opstarten wordt een lcd-test uitgevoerd. Hierdoor zullen
alle iconen en symbolen in het display kort worden getoond. Na de
test is de actuele bedrijfstatus van de warmtepomp op het scherm
zichtbaar.
Voorbeeld opstartscherm:
De led-indicator brandt niet.
De warmtepomp kent de volgende drie bedrijfsstanden:
1.
AAN
2. STAND-BY
3. UIT
Opmerking
Bij het opnieuw inschakelen van de voedingsspanning zal de
warmtepomp altijd opstarten in de laatst gekozen stand AAN of
STAND-BY.
14
3.4. Bedrijfsstand AAN
De warmtepomp is ingeschakeld.
Voorbeeld bedrijfsstatus:
De led-indicator brandt continu blauw.
3.5. Bedrijfsstand STAND-BY
De warmtepomp is voor 72 uur uitgeschakeld.
De cv-ketel en het mengventiel van de warmtepomp blijven
ingeschakeld voor warmtevraag.
De vorstbeveiliging van de warmtepomp is geactiveerd.
Voorbeeld Stand-by:
72
De led-indicator brandt niet.
3.6. Bedrijfsstand UIT
De warmtepomp kan alleen volledig uitgeschakeld worden door de
voedingsspanning uit te schakelen.
De cv-ketel wordt niet aangestuurd voor warmtevraag.
HEATL
stdby