uw telefoon en de Microsoft® Exchange-server uit te voeren voordat de functie Direct Push
kan worden ingeschakeld.
Wanneer de GPRS- en de Wi-Fi™-verbinding tegelijkertijd zijn ingeschakeld, zal de functie Direct
Push altijd Wi-Fi™ gebruiken om informatie te downloaden.
De functie Direct Push werkt alleen voor uw telefoon als het bedrijf werkt met Microsoft®
Exchange Server 2003 Service Pack 2 (SP2) met Microsoft® Exchange ActiveSync®.
Direct Push inschakelen
1
Tik op
> ActiveSync.
2
Tik op Menu > Schema.
3
Selecteer in de vakken Piektijden en Buiten piektijden de optie Bij binnenkomst
van items.
4
Tik op OK.
Frequente updates kunnen hoge kosten met zich meebrengen.
Geplande synchronisaties instellen met een Microsoft® Exchange-
server
Met geplande synchronisatie kunt u specifieke tijden instellen voor wanneer de telefoon
verbinding moet maken en moet synchroniseren met de Microsoft® Exchange-server. Dit
is een alternatief voor Direct Push, waarbij alle wijzigingen en nieuwe items onmiddellijk van
de telefoon op een computer en andersom, worden bijgewerkt.
Met geplande synchronisaties kunt u een regelmatig schema voor de synchronisatie van
Microsoft® Outlook®-e-mail en overige gegevens instellen. U kunt instellen hoe dikwijls u
wilt synchroniseren tijdens piektijden (dit zijn doorgaans uw werktijden) wanneer er veel e-
mail is, en buiten piektijden wanneer er weinig e-mail is.
Geplande synchronisaties instellen met een Microsoft® Exchange-server
1
Tik op
> ActiveSync.
2
Tik op Menu > Schema.
3
Selecteer in de vervolgkeuzelijsten Piektijden en Buiten piektijden de gewenste
tijdsintervallen.
4
Tik op OK.
Als u de dagen en uren wilt instellen waaruit piektijden en buiten-piektijden bestaan, tikt u op
Piektijden onder in het scherm.
Wijzigen welke gegevens moet worden gesynchroniseerd
U kunt wijzigen welke informatie u vanaf de telefoon wilt synchroniseren. U kunt een
Microsoft® Outlook®-account ook van de telefoon verwijderen.
Verbreek de verbinding met de computer voordat u de synchronisatie-instellingen op de telefoon
wijzigt.
Wijzigen welke gegevens moet worden gesynchroniseerd
1
Tik op
> ActiveSync.
2
Tik op Menu > Opties.
3
Schakel de selectievakjes in voor de items die u wilt synchroniseren.
4
Als u synchronisatie-instellingen voor een informatietype wilt wijzigen, selecteert u
het type en tikt u op Instellingen. Hiermee kunt u onder andere de maximum
downloadgrootte instellen en het moment waarop de informatie moet worden
gedownload.
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
46