Milieubescherming
10
Milieubescherming
Milieubescherming is een ondernemingsprincipe van de Bosch-groep.
Kwaliteit van de producten, rendement en milieubescherming zijn voor
ons gelijkwaardige doelstellingen. Wetten en voorschriften op het ge-
bied van de milieubescherming worden strikt gerespecteerd.
Ter bescherming van het milieu gebruiken wij, rekening houdend met
bedrijfseconomische gezichtspunten, de best mogelijke techniek en ma-
terialen.
Verpakking
De verpakking is voorzien van landspecifieke instructies voor de afval-
verwijdering, die een optimale recycling moeten waarborgen.
Alle verpakkingsmaterialen zijn milieuvriendelijk en herbruikbaar.
Oude apparaten
Oude apparaten bevatten herbruikbare materialen, die als zodanig moe-
ten worden afgevoerd.
De componenten kunnen eenvoudig van elkaar worden gescheiden,
kunststoffen zijn als zodanig gemarkeerd. Daardoor kunnen de afzon-
derlijke componenten gescheiden, hergebruikt, verbrand of op andere
wijze worden afgevoerd.
11
Inspectie
GEVAAR: Gevaar voor elektrische schokken!
De warmtepomp bevat componenten die onder span-
ning staan en de warmtepompcondensator moet na het
onderbreken van de voedingsspanning worden ontla-
den.
▶ Verbinding van de installatie naar het net verbreken.
▶ Wacht minimaal 5 minuten voordat met werkzaam-
heden aan het elektrische systeem wordt begonnen.
GEVAAR: Gevaar voor ontsnappen van giftige gassen!
Het koudemiddelcircuit bevat stoffen, die bij contact
met lucht of open vuur giftige gassen kunnen vormen.
Deze gassen veroorzaken al in lage concentratie adem-
halingsstilstand.
▶ De ruimte bij lekkage van het koelmiddelcircuit di-
rect verlaten en zorgvuldig ventileren.
▶ Lekkages in het koudemiddelcircuit direct door een
gekwalificeerde koudetechnicus laten verhelpen.
OPMERKING: Storingen door beschadiging!
De elektronische expansieventielen zijn zeer gevoelig
voor stoten.
▶ Expansieventiel in elk geval tegen slagen en stoten
beschermen.
OPMERKING: Vervormingen door warmte!
Bij te hoge temperaturen vervormt het isolatiemateriaal
(EPP) in de warmtepomp.
▶ Voor aanvang van soldeerwerkzaamheden zoveel
mogelijk isolatie (EPP) verwijderen.
▶ Bij soldeerwerkzaamheden in de binneneenheid het
isolatiemateriaal met vlamwerende doeken of vochti-
ge doeken beschermen.
24
Werkzaamheden aan het koudemiddelcircuit mogen al-
leen door gespecialiseerde vakmensen worden uitge-
voerd.
▶ Gebruik alleen originele reserveonderdelen!
▶ Vraag reserveonderdelen aan conform de reserveonderdelenlijst.
▶ Vervang gedemonteerde dichtingen en O-ringen door nieuwe exem-
plaren.
Bij een inspectie moeten de hierna beschreven werkzaamheden worden
uitgevoerd.
Actieve alarmen weergeven
▶ Alarmprotocol controleren.
Functietest
▶ Werkingscontrole uitvoeren ( installatiehandleiding van de bin-
neneenheid).
Stroomkabel installeren
▶ Controleer de stroomkabel op mechanische beschadiging. Bescha-
digde kabel vervangen.
Meetwaarden van temperatuursensoren
Voor op de warmtepomp aangesloten temperatuursensoren en tempe-
ratuursensoren in de warmtepomp (TA4, TC3, TL2, TR1, TR3, TR4, TR5,
TR6) gelden de meetwaarden uit tabel 8 – 10.
°C
°C
T...
–40
154300
5
–35
111700
10
–30
81700
15
–25
60400
20
–20
45100
25
–15
33950
30
–10
25800
35
–5
19770
40
0
15280
45
Tabel 8 Sensor TA4, TL2, TR4, TR5
°C
°C
– 20
96358
15
15699
– 15
72510
20
12488
– 10
55054
25
10001
– 5
42162
30
8060
0
32556
35
6536
5
25339
40
5331
19872
4372
10
45
Tabel 9 Sensor TC3, TR3
°C
°C
198500
31540
– 20
15
– 15
148600
20
25030
– 10
112400
25
20000
– 5
85790
30
16090
0
66050
35
13030
5
51220
40
10610
10
40040
45
8697
Tabel 10 Sensor TR1, TR6
Compress 6000 AW 5-17 – 6 720 822 175 (2017/10)
°C
T...
T...
11900
50
1696
9330
55
1405
7370
60
1170
5870
65
980
4700
70
824
3790
75
696
3070
80
590
2510
85
503
2055
90
430
°C
°C
50
3605
85
1070
55
2989
90
915
60
2490
–
–
65
2084
–
–
70
1753
–
–
75
1480
–
–
1256
–
–
80
°C
°C
6899
2123
50
85
55
5937
90
1816
60
4943
95
1559
65
4137
100
1344
70
3478
105
1162
75
2938
110
1009
80
2492
115
879