OPMERKING: Systeemstoring bij verwisselen van de
12 V- en de CAN-BUS-aansluitingen!
Het communicatiecircuit is niet gedimensioneerd voor
een constante spanning van 12 V.
▶ Verzekeren, dat de vier kabels aan de overeenkom-
stig gemarkeerde aansluitingen op de printplaat zijn
aangesloten.
De warmtepomp en de binneneenheid worden via een communicatielei-
ding, de CAN-BUS, met elkaar verbonden.
Als verlengkabel buiten de eenheid is een LIYCY-kabel (TP)
2 x 2 x 0,75 (of gelijkwaardig) geschikt. Als alternatief kunnen voor het
buitengebruik toegelaten twisted-pair-kabels met een minimale door-
2
snede van 0,75 mm
worden gebruikt. Daarbij de afscherming aan
slechts één zijde aan de behuizing aarden.
De maximale kabellengte is 30 m.
De verbinding tussen de printplaten wordt via vier aders uitgevoerd, die
ook de 12 V spanning tussen de printplaten verbinden. Op de printpla-
ten bevindt zich een markering voor de 12 V- en voor de
CAN-BUS-aansluiting.
De Omschakelaar Afsl is bedoeld voor het markeren van begin en einde
van CAN-BUS-circuits. De kaart van de I/O-modus in de warmtepomp
moet worden afgesloten.
Afb. 16 CAN-BUS-afsluiting
8.2
Omgang met printplaten
Printplaten met besturingselektronica zijn zeer gevoelig voor elektrosta-
tische ontladingen (ESD - ElectroStatic Discharge). Om schade aan de
componenten te voorkomen, is daarom bijzondere voorzichtigheid ge-
boden.
VOORZICHTIG: Schade door elektrostatische oplading!
▶ Bij het omgaan met niet ingekapselde printplaten
een geaarde armband dragen.
Afb. 17 Armband
De schade is meestal niet direct herkenbaar. Een printplaat kan bij de in-
bedrijfstelling optimaal functioneren en problemen treden vaak pas later
op. Opgeladen objecten zijn alleen in de nabijheid van de elektronica een
Compress 6000 AW 5-17 – 6 720 822 175 (2017/10)
6 720 809 169-22.1I
6 720 614 366-24.1I
probleem. Houd een veiligheidsafstand aan van minimaal een meter tot
schuimrubber, beschermfolie en ander verpakkingsmateriaal, bekle-
dingsstukken van kunstvezel (bijv. fleece truien) en dergelijke, voordat u
met de werkzaamheden begint.
Een goede ESD-beveiliging bij het werken met elektronica biedt een op
de aarde aangesloten armband. Deze armband moet gedragen worden,
voordat de afgeschermde metaalzak/verpakking wordt geopend, of
voordat een gemonteerde printplaat wordt blootgelegd. De armband
moet gedragen worden, tot de printplaat weer in de afgeschermde ver-
pakking wordt gedaan of in een gesloten schakelkast is aangesloten. Ook
vervangen printplaten, die moeten worden teruggegeven, moeten op
deze wijze worden behandeld.
8.3
Aansluiting van de warmtepomp
Tussen de binneneenheid en de warmtepomp wordt een
CAN-BUS-signaalkabel met 4 x 0,75 mm
van maximaal 30 m geïnstalleerd.
▶ Band (klittenband) losmaken.
▶ Deksel van de aansluitkast afnemen.
▶ Aansluitkabel door de kabelkanalen leiden ( [1] en [2], afb. 18 en
19). Indien nodig trekveren gebruiken.
▶ Sluit de kabel aan conform het aansluitschema.
▶ Indien nodig alle kabelbevestigingen natrekken.
▶ Deksel weer op de aansluitkast aanbrengen.
▶ Band weer aanbrengen.
Afb. 18 Kabelkanalen op de achterzijde van de warmtepomp
[1]
Kabelkanaal voor netspanning
[2]
Kabelkanaal voor CAN-BUS
Elektrische aansluiting
2
en een lengte
Fabrieksaansluiting
Aansluiting bij installatie/toebehoren
2
1
6 720 809 169-17.4I
19