Zo wast u goed
Korte gebruiksaanwijzing
1
De met cijfers (
de stappen vormen een korte gebruiks-
aanwijzing.
Vóór het wassen
1
Sorteer het wasgoed.
Maak alle zakken leeg.
Voorwerpen als munten, paperclips
en dergelijke kunnen het wasgoed
en onderdelen van de automaat be-
schadigen.
Sorteer het wasgoed.
Meestal is wasgoed voorzien van een
wasetiket in de kraag of in de zijnaad.
Sorteer het wasgoed volgens de sym-
bolen op het etiket. Voor de betekenis
van de symbolen zie het hoofdstuk
"Wassymbolen".
Was geen textiel dat volgens het etiket
niet wasbaar is (symbool
2
3
,
,
,...) aangedui-
h
).
Donkergekleurd wasgoed geeft in het
begin vaak af. Was donkergekleurd
goed daarom de eerste paar keer
apart, zodat het niet kan afgeven.
Wij raden u aan teer wasgoed ook
apart en behoedzaam te wassen.
Vlekken kunt u het beste voorbehan-
delen.
Vlekken of sterk vervuilde kragen kunt
u met vloeibaar wasmiddel of met een
speciale pasta (bijvoorbeeld Wipp Kra-
gen en Vlekken) voorbehandelen.
Raadpleeg bij bijzonder hardnekkige
vlekken de stomerij.
Gebruik nooit chemische (oplosmiddel-
houdende) reinigingsmiddelen in de
wasautomaat.
– Bij vitrage:
verwijder de haakjes en het lood-
band of wikkel de vitrage in een was-
zak.
– Bij bh's:
naai beugels die losgeraakt zijn vast
of verwijder deze.
– Bij gebreid goed, spijkergoed, panta-
lons of tricot:
keer dit wasgoed binnenstebuiten
als dit op het wasetiket staat aange-
geven.
Sluit voor het wassen eventuele ritsslui-
tingen, haakjes en oogjes.
Zo wast u goed
13