6
De gasleiding ontluchten
6.1
De gasleiding ontluchten
Het gas moet zonder gevaar met een antistatische slangleiding in de open lucht afgevoerd worden.
Een controlebrander maakt ontluchting direct aan het gascontrolesysteem mogelijk.
Fig. 6-1 Controlebrander
Met een schroevendraaier (1) de afsluitbout in de controlebrander (2) openen.
Drukknopkraan (3) indrukken.
Met de aansteker de brandbaarheid van het vervliegende gas controleren.
Als de controlebrander brandt, is de gasleiding ontlucht.
De afsluitbout opnieuw mechanisch sluiten.
dreizler A 3003 NL - 22.08.2016 | A 2090 NL - 1.16 | NL - 29.02.2016
De gasleiding ontluchten
16