5.2.6
Handmatige buitengebruikstelling brander/ketel
Handmatige buitengebruikstelling van brander/ketel in uitschakeling:
Gaskraan sluiten.
Ketelbesturing eventueel deactiveren.
Hoofdschakelaar verwarming en elektrisch systeem uitschakelen.
De brander is nu uitgeschakeld en kan manueel opnieuw ingeschakeld worden.
(Zie 5.2.2 "Handmatige ingebruikname brander/ketel"
5.2.7
Buitengebruikstelling van de brander bij storingen
De ontbrandingsmanager wordt verstoord door het activeren van een sensor of begrenzing, het uitvallen
van de ketelbeveiliging of als de programma's niet gevolgd worden.
Daarbij wordt er een onderscheid gemaakt tussen blokkerende en niet-blokkerende storingen:
•
Blokkerende storingen moeten handmatig door het bedienende personeel opgelost worden voordat de
brander opnieuw gestart wordt (bv. gasdruksensor max.)
•
Niet-blokkerende storingen maken het mogelijk om de brander opnieuw te starten als de veiligheid van
de installatie en andere voorwaarden dit mogelijk maken (bv. gasdruksensor min.).
•
Uitlezen van storingsmeldingen en mogelijkheden om storingen van de brander op te lossen zie hoofd-
stuk .
dreizler A 3003 NL - 22.08.2016 | A 2083 NL - 1.16 | NL - 18.01.2016
Gebruikershandleiding voor bedienend personeel
15