C
ONTROLEER DE BEVEILIGINGSSLEUTELS
Als u WEP-beveiliging gebruikt
Voor een geldige WEP-sleutel geldt het volgende:
Exact 10 of 26 hexadecimale tekens. Hexadecimale tekens zijn A-F, a-f en 0-9.
•
of
Exact 5 of 13 ASCII-tekens. ASCII-tekens zijn letters, cijfers en symbolen die op het toetsenbord worden
•
weergegeven.
Als u WPA-beveiliging gebruikt
Voor een geldig WPA-wachtwoord geldt het volgende:
8 tot 63 ASCII-tekens. ASCII-tekens in een WPA-wachtwoord zijn hoofdlettergevoelig.
•
of
Precies 64 hexadecimale tekens. Hexadecimale tekens zijn A-F, a-f en 0-9.
•
Als het draadloze netwerk niet is beveiligd, hebt u geen WEP-sleutel of WPA-wachtwoord. Een draadloos netwerk
gebruiken zonder beveiliging wordt niet aangeraden omdat indringers zonder uw goedkeuring uw
netwerkbronnen kunnen gebruiken.
MAC-
ADRES CONTROLEREN
Als op het netwerk een filter voor MAC-adressen wordt gebruikt, moet u het MAC-adres van de printer opnemen
in de filterlijst voor MAC-adressen. U kunt de printer dan gebruiken op het netwerk.
H
ET TOEGANGSPUNT PINGEN OM TE CONTROLEREN OF HET NETWERK FUNCTIONEERT
1
Controleer de AirPort-status en zoek het IP-adres van het draadloze toegangspunt op als u dit niet weet.
Mac OS X versie 10.5
a
Klik op de menubalk op
b
Klik op Netwerk.
c
Klik op AirPort.
Controleer de status. AirPort moet zijn ingeschakeld. Als dit niet het geval is, klikt u op Schakel AirPort
in.
De statusaanduiding van AirPort moet ook groen zijn. Groen betekent dat de poort actief is (ingeschakeld)
en is aangesloten.
Opmerkingen:
Geel betekent dat de poort actief is, maar niet aangesloten.
•
Rood betekent dat de poort niet is ingesteld.
•
d
Klik op Geavanceerd.
e
Klik op TCP/IP.
Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten: 192.168.0.100.
•
Het item Router geeft gewoonlijk het draadloze toegangspunt aan.
•
ª Systeemvoorkeuren.
Problemen oplossen
132