›
Werken met het meldingenpaneel
Als u het meldingenpaneel wilt openen, tikt u op het gedeelte
met pictogrammen en sleept u het naar beneden. U verbergt het
paneel weer door de onderkant van het paneel omhoog te slepen.
In het meldingenpaneel kunt u de huidige status van uw toestel
weergeven en de volgende opties gebruiken:
Wi-Fi
: de Wi-Fi-functie in- en uitschakelen.
●
GPS
: de GPS-functie in- en uitschakelen.
●
Melodie
: de stille stand in- en uitschakelen. U kunt uw apparaat
●
dempen of instellen op trillen in de Stille stand.
Schermrotatie
●
wanneer u het toestel draait.
Bluetooth
: de Bluetooth-functie aan- en uitzetten.
●
Mobiele gegevens
●
Spaarstand
●
Synch.
: het automatisch synchroniseren van applicaties in- of
●
uitschakelen.
Welke opties beschikbaar zijn, is afhankelijk van uw regio of
serviceprovider.
›
Een item verplaatsen op het startscherm
Blijf een item aanraken en sleep het
naar een nieuwe locatie.
: toestaan of voorkomen dat het scherm draait
: de gegevensverbinding in- of uitschakelen.
: de spaarstand in- en uitschakelen.
►
Aan de slag
29
p. 107
►
p. 115
p. 113
►