6.
Ter bevestiging volgt na een tweede korte knipperpauze weer een knippercode:
Door 2 maal langzaam knipperen wordt aangegeven dat het laden van de Preset goed
verlopen is. De zender verlaat de programmeermodus.
Knippert de LED 5 maal snel, dan kon de Preset niet geladen worden. Begin weer met stap 2.
7.
Wanneer u de gewenste Preset ingesteld hebt, zet u de MUTE-schakelaar weer terug.
Het is mogelijk de ULM2000 op het niveau van het signaal dat overgedragen moet worden in te stellen.
Wordt heel zacht in de microfoon gesproken, wordt aanbevolen "High Gain" in te stellen, bij hard lawaai
gebruikt u "Low Gain". Zo wordt een optimale modulatie van de zender gewaarborgd.
1.
Schakel MUTE in. De zender kan nu in de programmeermodus geschakeld worden.
2.
Draai de keuzeschakelaar op 0 en bevestig uw invoer door lang te drukken (2 seconden) op de POWER-
toets. Ter bevestiging van uw invoer knippert de LED 1 maal langzaam en 1 maal in het gemiddelde
tempo. De zender is nu in de programmeermodus en wacht op de invoer van een nummer van 1 cijfer.
3.
Stel op de keuzeschakelaar een van de beide volgende cijfers in:
Low Gain: cijfer 5 instellen
High Gain: cijfer 6 instellen
Als een geldig cijfer ingesteld is , knippert de LED 1 maal snel ter bevestiging. Zo kunt u al voor de
bevestiging van de invoer zien of dit een correcte invoer (bijv. met betrekking tot de Preset-Mic Gain-
en Auto Mutekeuze) zal zijn.
Bij de invoer van de cijfers 1 tot 4 verandert u de instelling van de Preset (Hoofdstuk 3.2.4). Met
de invoer van de cijfers 7 of 8 verandert u de Auto Mute instellingen (Hoofdstuk 3.2.6). De
cijfers 9 en 0 zijn ongeldig.
4.
Bevestig uw invoer door kort te drukken op de POWER-toets.
5.
Bij een geldige invoer knippert de LED opnieuw een maal kort. Bij een verkeerde invoer knippert de LED
5 maal snel en de programmeermodus wordt direct afgesloten. Begin in dit geval weer met stap 2.
Na een korte pauze volgt een tweede knippercode:
Low Gain: De LED knippert 1 maal met een gemiddelde snelheid.
High Gain: De LED knippert 2 maal met een gemiddelde snelheid.
Voor het geval er langer dan 5 seconden geen invoer van de gebruiker op de keuzeschakelaar
of met de POWER-toets plaats vindt, knippert de LED 5 maal snel en de programmeermodus
wordt afgebroken.
6.
Ter bevestiging volgt na een tweede korte knipperpauze weer een knippercode:
Door 2 maal langzaam knipperen wordt gesignaleerd, dat de Mic Gain omgeschakeld is. De zender
verlaat de programmeermodus.
Knippert de LED 5 maal snel, kon de instelling voor de Mic Gain niet opgeslagen worden. Begin
dan weer met stap 2.
7.
Zet de MUTE-schakelaar weer terug.
Wanneer de zender in-, uit- of op een ander kanaal omgeschakeld wordt, zonder dat de ontvanger van te
voren op mute werd geschakeld, of wanneer de overdracht op grond van te zwakke batterijen in de zender
werd onderbroken, leidt dit bij de ontvangst tot hoorbare ruis- en stoorsignalen. Ook een ingeschakelde
ruisonderdrukking op de ontvanger heeft korte tijd nodig om daarop te reageren, waardoor deze storingen niet
goed onderdrukt kunnen worden.
Deze tijd kan met de praktische Auto Mute-functie van de ULR2000 overbrugd worden.
Bij het uitschakel- en kanaalomschakelingsproces en ook gedurende de Low Battery aanduiding zendt
de ULM2000 een niet hoorbaar signaal uit.
De ontvanger ULR2000 herkent dit signaal en schakelt de uitgang automatisch op mute, voordat de
zender inderdaad uitgeschakeld of op een ander kanaal omgeschakeld wordt of op grond van
onvoldoende stroomvoorziening zelfstandig uitschakelt.
Om met de Auto Mute-functie te kunnen werken moet deze zowel in de zender als in de
ontvanger geactiveerd zijn!
3.2.5 Mic Gain
3.2.6 Auto Mute
3. DE MICROFOON ULM2000
ULTRALINK UL2000M
15