Inhoudsopgave
Advertenties
De zender mag voor dit proces niet op mute staan!
1.
Draai de keuzeschakelaar op het cijfer (1 - 8), dat overeenkomt met het gewenste kanaal. Als een
geldig cijfer ingesteld is (niet 9 of 0), knippert de LED 1 maal snel ter bevestiging.
2.
Druk kort op de POWER-toets. De LED knippert met een gemiddelde snelheid. Het aantal flitsen komt
overeen met het op de keuzeschakelaar ingestelde cijfer resp. kanaalnummer.
Als een ongeldig kanaalnummer (9, 0) ingevoerd is, blijft het eerder ingesteld kanaal geladen.
Veranderen van het kanaal wanneer de zender uitgeschakeld is
1.
Draai de keuzeschakelaar op het cijfer (1 – 8), dat overeenkomt met het gewenste kanaal.
2.
Wanneer de zender ingeschakeld wordt, is automatisch het ingestelde kanaal geladen.
Als een ongeldig kanaalnummer (9, 0) ingevoerd is, blijft het eerder ingesteld kanaal geladen.
In het bereik van 798,1 MHz tot 805,9 MHz kan de ULM2000 op een vrij te kiezen draaggolffrequentie ingesteld
worden. Deze wordt aansluitend op een zelf te bestemmen opslagplaats in de User-Preset (Preset 1)
opgeslagen.
De draaggolffrequentie kan uitsluitend in het 25 kHz-raster ingesteld worden. De ingestelde
frequentie moet een veelvoud van 25 kHz zijn. Wanneer een frequentie wordt ingesteld, die
niet deelbaar is door 25 kHzof niet in het frequentiebereik van 798,1 MHz tot 805,9 MHz ligt,
breekt de ULM2000 de invoer met een foutmelding (LED knippert 5x snel) af.
1.
Schakel MUTE in. De zender kan nu in de programmeermodus geschakeld worden.
2.
Draai de keuzeschakelaar op 9 en bevestig uw invoer door lang te drukken (2 seconden) op de POWER-
toets. Ter bevestiging van uw invoer knippert de LED 1 maal in het gemiddelde tempo en 1 maal
langzaam. De zender is nu in de programmeermodus en wacht op een invoer van een frequentie van
6 cijfers.
3.
Stel nu achter elkaar alle 6 cijfers als volgt in:
Stel op de keuzeschakelaar het gewenste cijfer in, bijv. een 4. Is een geldig cijfer ingesteld, knippert
de LED 1 maal snel ter bevestiging. Zo kunt u al voor de bevestiging van de invoer zien of dit een
correcte invoer (bijv. met betrekking tot het frequentiebereik en -raster) zal zijn.
Bevestig uw invoer door kort te drukken op de POWER-toets.
Bij een geldige invoer knippert de LED opnieuw een maal kort. Bij een verkeerde invoer knippert
de LED 5 maal snel en de programmeermodus wordt direct afgesloten. Begin in dit geval weer
met stap 2.
Na een korte pauze volgt een tweede knippercode: De LED knippert overeenkomstig het
ingestelde cijfer (hier bijv. 4 maal) met een gemiddelde snelheid.
Het cijfer 0 wordt door een heel kort oplichten van de LED gesignaleerd en is duidelijk van
het cijfer 1 te onderscheiden.
Voor het geval er langer dan 5 seconden geen invoer van de gebruiker op de keuzeschakelaar
of met de POWER-toets plaats vindt, knippert de LED 5 maal snel en de programmeermodus
wordt afgebroken.
Nadat u de 6 cijfers voor de frequentie hebt ingevoerd, geeft u met het volgende cijfer het kanaalnummer
aan, waarop de ingestelde frequentie opgeslagen moet worden.
4.
Stel op de keuzeschakelaar het gewenste kanaalnummer in, bijv. kanaal 2 (mogelijk: 1 - 8). Als een
geldig cijfer ingesteld is , knippert de LED 1 maal snel ter bevestiging. Zo kunt u al voor het bevestigen
van de invoer zien of dit een correct kanaalnummer zal zijn.
5.
Bevestig uw invoer door kort te drukken op de POWER-toets.
6.
Bij een geldige invoer knippert de LED opnieuw 1 maal kort. Bij een verkeerde invoer knippert de LED
5 maal snel en de programmeermodus wordt direct afgesloten. Begin in dit geval weer met stap 2.
Na een korte pauze volgt een tweede knippercode: De LED knippert overeenkomstig het ingestelde
cijfer (hier bijv. 2 maal) met een gemiddelde snelheid.
7.
Ter bevestiging volgt na een tweede korte knipperpauze weer een knippercode:
Door 2 maal langzaam knipperen wordt de succesvolle opslag van de frequentie aangegeven. De
zender verlaat de programmeermodus.
3.2.3 Instellen van een zelfgekozen frequentie
3. DE MICROFOON ULM2000
ULTRALINK UL2000M
13
Advertenties
Inhoudsopgave
