8 Bedienings- en weergavefuncties
Met t-aan en t-uit kunnen maximaal
vier tijdvensters worden vastgelegd.
3. Schakelklok-thermost. = Start door
geprogrammeerd tijdvenster + tempe-
ratuurdrempelwaarde
– De uitgang wordt geactiveerd, zodra
aan beide voorwaarden (tijdvenster
+ temperatuur) is voldaan.
4. Temp-vergelijking = Start door tempe-
ratuurvergelijking (geen gebruik)
– Door het temperatuurverschil tussen
een temperatuursensor (TS...) en
een referentietemperatuursensor
(TS...) wordt de uitgang geactiveerd.
Wanneer het temperatuurverschil
dT-aan wordt bereikt, dan wordt
de uitgang geactiveerd. Daalt het
temperatuurverschil tot dT-uit, dan
wordt de uitgang gedeactiveerd.
5. Verwarmings dompelaar = Start van
het verwarmingselement
– De uitgang wordt geactiveerd, zodra
aan beide voorwaarden (tijdvenster
+ temperatuur) is voldaan.
De temperatuursensor die zich bo-
venaan de verwarmingsspiraal be-
vindt, moet juist geselecteerd zijn.
8.3.2 Uitgangsparameter instellen
De parameters voor de instelling van de
zonnepompen worden af fabriek gecon-
figureerd. Deze parameters mogen niet
worden veranderd.
1 Hoofdmenu → Basisfuncties → Uit-
gangsparameter
– Met Zonnecircuitp 1 kunt u het min. en
max. pompvermogen (in %) vastleggen.
– Met Toerentaldelta kunt u het modula-
tieniveau van de pomp (in %) vastleg-
gen.
16
Installatie- en onderhoudshandleiding auroMATIC 570 0020202660_02
8.3.3 Instellen van de
vacuümbuiscollector
1 Hoofdmenu → Basisfuncties → Buis-
collector
– Met t-aan en T-aan kunt u de zonne-
pompfunctie instellen.
– Met n-solar 1 kunt u het vermogen van
de pomp vastleggen.
– Met t-start en t-einde kunt u een tijd-
programma vastleggen.
8.3.4 Koelfunctie instellen
Met de koelfunctie kunt u de zonnecollec-
toren bij oververhitting koelen.
1 Hoofdmenu → Basisfuncties → Collec-
torkoeling
– Bij het menupunt T-max coll1 kunt u de
maximumtemperatuur van de collector
vastleggen. De bijbehorende zonnecir-
cuitpomp loopt tot de maximumtempera-
tuur van de warmwaterboiler is bereikt
– Zodra T-max coll1 wordt bereikt, start
de zonnepomp en brengt de warmte uit
de zonnecollector over naar de warm-
waterboiler. De boilertemperatuur mag
tot maximaal T-grens 1 oplopen.
8.3.5 Delta-T-regeling instellen
1 Hoofdmenu → Basisfuncties → Delta-
T-regeling
– Met dT kunt u het temperatuurverschil
met betrekking tot dT-aan instellen,
waarbij de zonnepomp met het modula-
tieniveau werkt dat met Toerentaldelta
(→ Pagina 16) wordt vastgelegd.
– Met dT-aan kunt u het temperatuur-
verschil tussen zonnecollector en boi-
ler vastleggen, waarbij de zonnepomp
start.
– Met dT-uit kunt u het temperatuurver-
schil tussen zonnecollector en boiler
vastleggen, waarbij de zonnepomp
wordt uitgeschakeld.