Een lens bevestigen
• Zorg dat de camera uitgeschakeld is.
• Verwissel de lens op een plaats met weinig vuil en stof. Als vuil of stof op de
lens komt, raadpleeg dan pagina 477.
• Verwissel de lens terwijl de lensdop bevestigd is.
• Trek de lensbuis in wanneer u de onderling verwisselbare lens (H-FS12032/
H-FS35100) bevestigt of loskoppelt.
Lijn de montagetekens
camera en draai de lens in de richting van de pijl.
●
Bevestig de lens door eraan te draaien tot een klik gehoord wordt.
1
• Breng de lens recht aan.
Door hem onder een hoek aan te brengen, kan de lensbevestiging op de
camera schade berokkend worden.
op de lens uit ten aanzien van de
2
2. Aan de slag
41