6. Scherpstellen/Zoom
• U kunt op het opnamescherm aan de focusring draaien om het MF
Assist-scherm weer te geven. Als de focusring is gedraaid om het scherm
te vergroten, wordt na een bepaalde tijdsduur na het stoppen van de
bewerking het assistscherm verlaten.
• Het referentieteken van de opname-
afstand is een merkteken dat gebruikt
wordt om de opname-afstand te meten.
Gebruik dit bij het opnemen van foto's
met handmatige scherpstelling of bij het
maken van close-ups.
• Wanneer u een onderling verwisselbare lens zonder focusring gebruikt en
in de volgende gevallen zijn handmatige scherpstellingshandelingen niet
mogelijk tijdens de opname als de sluitertijd heel traag is.
– [
]-modus (wanneer [Belicht.stand] is ingesteld op [M])
– [
]-modus (wanneer [S&Q belicht.stand] is ingesteld op [M])
(Wanneer een onderling verwisselbare lens met focusring gebruikt
wordt, kunt u handmatig scherpstellen, maar autofocus werkt niet tijdens
handmatig scherpstellen.)
• MF Assist en MF-gids worden wellicht niet weergegeven, afhankelijk van
de gebruikte lens. U kunt MF Assist echter weergeven door de camera
rechtstreeks te bedienen via het aanraakscherm of met een knop.
• U kunt de MF Assistpositie apart onthouden voor verticale en horizontale
standen:
[
]
[
• U kunt de beweging van de MF Assist-positie op loop instellen:
[
]
[
• U kunt de weergavemethode van het vergrote scherm veranderen:
[
]
[
• U kunt de werking van de focusring uitschakelen:
[
]
[
• U kunt de Focuspeaking-gevoeligheid en de weergavemethode wijzigen:
[
]
[
• U kunt de weergave van de MF-gids veranderen:
[
]
[
• De camera slaat het focuspunt op wanneer u hem uitschakelt:
[
]
[
152
]
[Focusoversch. vr Ver./ Hor.] (337)
]
[Loop verpl. focus kader] (337)
]
[MF assist] (338)
]
[Vergrendeling focusring] (341)
]
[Peaking] (344)
]
[MF-gids] (347)
]
[Lenspositie Hervatten] (349)