8. Helderheid (belichting)/Kleur/Beeldeffect
• In de [
– [Standaard] of [Zwart-wit] kunnen ingesteld worden.
– De instelling zal op [Standaard] gereset worden als de camera op een
andere opnamemodus geschakeld of uitgeschakeld wordt.
– De beeldkwaliteit kan niet afgesteld worden.
• Alleen de aanpassing van de beeldkwaliteit kan worden ingesteld in de
[
]-modus.
• Als [Filterinstellingen] gebruikt wordt, is [Fotostijl] niet beschikbaar.
De afbeeldingskwaliteit aanpassen
Druk op
Druk op
en druk vervolgens op
te stellen.
• U kunt de aangepaste details registreren in
[Custom] door op [DISP.] te drukken.
Druk op
.
• Wanneer de afbeeldingskwaliteit aangepast
is, wordt de Fotostijl-icoon op het
opnamescherm aangeduid met [+].
Items instellen (Aanpassing afbeeldingskwaliteit)
[Contrast] *
[Scherpte]
[Ruisreductie]
[Verzadiging] *
[Kleurtoon] *
224
]-modus is de bediening anders dan in andere opnamemodussen.
om het type Fotostijl te selecteren.
om een item te selecteren
om het af
Past het contrast in het beeld aan.
1
Past de contouren in het beeld aan.
Past het ruisreductie-effect aan.
• De vergroting van het effect kan een kleine afname
van de fotoresolutie veroorzaken.
Past de levendigheid van kleuren aan.
2
Past de blauwe en gele tinten aan.
3
Standaard