14. Wi-Fi/Bluetooth
Bedieningsmethode tijdens remote opnames
Stel de camera of de smartphone in als bedieningsapparaat dat de
prioriteit heeft en tijdens de remote opname gebruikt moet worden.
[
]
[Wi-Fi]
Selecteer [Prioriteit van apparaat op afstand]
[Camera]
[Smartphone]
• De standaardinstelling is [Camera].
• De instelling van deze functie kan niet veranderd worden als de verbinding
actief is.
390
[Wi-Fi setup]
De bediening is mogelijk op zowel de camera als de
smartphone.
• De instellingen van de functieknop van de camera, enz.
kunnen niet veranderd worden met de smartphone.
De bediening is alleen op de smartphone mogelijk.
• De instellingen van de functieknop van de camera, enz.
kunnen veranderd worden met de smartphone.
• Als u opnemen op afstand wilt beëindigen, drukt u op
een van de knoppen op de camera om het scherm in te
schakelen en selecteert u [Exit].