2-8. AFVOERPIJPEN
• Als de verlengde afvoerslang door een ruimte heen gelegd wordt,
omwikkel hem dan met in de handel verkrijgbaar isolatiemateriaal.
• De afvoerslang dient voor een goede afvoer omlaag gericht te zijn.
(Afb. 1)
• Als de afvoerslang die met de binnenunit is meegeleverd, te kort is,
verbind deze dan met afvoerslang (I) die bij de installateur verkrijg-
baar is. (Afb. 2)
• Wanneer u de afvoerslang aansluit op de PVC-pijp, moet u de slang
goed in de pijp plaatsen. (Afb. 3)
• Bij het aanleggen van de afvoerpijpen dient u afvoerpijp (1) te laten
lopen zoals weergegeven. (Afb. 4)
• Voer de afvoerslang helemaal in tot aan de onderkant van het af-
voerreservoir. (Afb. 5)
Let erop dat de afvoerslang stevig klemt in het uitsteeksel in het gat
van het afvoerreservoir.
Afb. 4
2-9. AANBRENGEN VAN HET VOORPANEEL
1) Open de horizontale klep van de bovenste luchtuitlaat.
2) Breng het voorpaneel vanaf de voorkant op de binnenunit aan en
druk op de bovenste en onderste gedeeltes, zoals aangegeven door
de pijlen.
3) Druk op de gedeeltes onder de bovenste luchtuitlaat, en op de ge-
deeltes boven en onder de onderste luchtuitlaat. Deze gedeeltes
worden door pijlen aangegeven.
4) Nadat het voorpaneel is aangebracht, schroeft u de 2 schroeven on-
der de bovenste luchtuitlaat vast.
3. AFDICHTINGEN INSTALLEREN EN LEIDINGEN AANSLUITEN
3-1. AFDICHTING
1) Snijd de koperen leiding op de juiste wijze af met een pijpsnijder.
(Afb. 1, 2)
2) Verwijder alle bramen van het gedeelte waar de leiding is afgesne-
den. (Afb. 3)
• Houd het uiteinde van de koperen leiding omlaag terwijl u de bra-
men verwijdert, zodat de bramen niet in de leiding kunnen vallen.
3) Verwijder de flensmoeren die op de binnen- en buitenunit zijn beves-
tigd, en schuif ze op de ontbraamde leiding. (Ze zijn niet meer te
plaatsen nadat de afdichting gemaakt is.)
4) Afdichting (Afb. 4, 5). Draai de koperen leiding volgens de in de tabel
getoonde waarden stevig vast. Selecteer A mm uit de tabel volgens
het gereedschap dat u gebruikt.
5) Controleer
• Vergelijk de gemaakte afdichtflens met Afb. 6.
• Als de afdichtflens niet juist lijkt te zijn, snijd dan het flensge-
deelte van de leiding af en maak de afdichting opnieuw.
Diameter
Moer
Koppelings-
leiding (mm)
(mm)
gereedschap
voor R410A
ø6,35 (1/4")
17
ø9,52 (3/8")
22
0 - 0,5
ø12,7 (1/2")
26
ø15,88 (5/8")
29
30
Zorg ervoor dat de vergren-
Uitsteeksel*
deling vastgehaakt is.
Afvoerslang
* H et uitsteeksel bevindt zich achter het
deel wat de afvoer verbindt, zoals gezien
vanaf de voorkant van de unit.
Afb. 5
A (mm)
Koppelings-
Vleugelmoer-
gereedschap
gereedschap
voor R22
voor R22
1,5 - 2,0
1,0 - 1,5
2,0 - 2,5
Omlaag
gericht
Afb. 1
Leg de afvoervoorzieningen niet aan zoals hieronder is afgebeeld.
Slang gaat
omhoog
Waterlek-
kage
Uiteinde
afvoerslang
hangt in
water
Waterlek-
kage
Koperen
leiding
Afb. 1
Braam
Afb. 3
Aanhaalkoppel
N•m
kgf•cm
Matrijs
13,7 - 17,7 140 - 180
34,3 - 41,2 350 - 420
Flensmoer
49,0 - 56,4 500 - 575
Afb. 5
73,5 - 78,4 750 - 800
Afvoerslang
Afvoer-
slang
PVC-pijp, binnen-
70 cm of
diameter 30 mm
meer
Zachte
Goed
slang, bin-
plaatsen
nendiameter
15 mm
Verloopstuk
Afb. 2
Afb. 3
Verzameld
afvoerwater
Lucht
Waterlek-
Golvend
kage
Opening
minimaal
50 mm
Goot
Correct
Krom Oneffen Bramen
Flensgereedschap
Koperen leiding
Extra ruimer
Pijpsnijder
Bankschroeftype
Rondom glad
Koperen leiding
Rondom de-
zelfde lengte
Afb. 6
Onjuist
Afb. 2
Vleugelmoertype
Afb. 4
Binnenkant
glanst en heeft
geen krassen.