Breukberekeningen
2
1
Voorbeeld 1:
+
3
5
1
Voorbeeld 2:
3
+ 1
4
1
Voorbeeld 3:
+ 1,6 = 2,1
2
Opmerking
• Waarden worden automatisch als een decimaal getal weergegeven wanneer het
aantal cijfers van een breuk (geheel getal + teller + noemer + scheidingstekens) groter
is dan 10.
• De resultaten van berekeningen die breuken en decimale waarden mengen, zijn altijd
decimaal.
Omzetting Decimaal ↔ Breuk
Om een berekeningsresultaat tussen breuken en het decimale
formaat te wisselen:
Druk op
.
Voorbeeld 1:
2,75 = 2
1
Voorbeeld 2:
↔ 0,5 (Breuk ↔ Decimaal)
2
13
=
15
2
3
1
2
11
= 4
3
12
3
1
4
1
2
1
2
1
3
(Decimaal → Breuk)
4
2
11
=
4
1
15
5
3
6
75
(d/c)
2
2,1