Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aanvullende Gegevens In Het Lasrapport - TEGA 4000-S Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

5. Aanvullende gegevens in het lasrapport

Elk protocol dat in het systeemgeheugen wordt opgeslagen, bevat diverse las- en
traceerbaarheidsgegevens. U bepaalt zelf of u deze gegevens in het instellingenmenu
wilt invoeren.
5.1 Voorgeformatteerde en door de gebruiker gedefinieerde
traceerbaarheidsgegevens invoeren
Alle traceerbaarheidsgegevens die onder 'Data Recording' (gegevens invoeren)
in het configuratiemenu zijn ingeschakeld (zie hoofdstuk 9) moeten voor aanvang
van het lasproces worden ingevoerd. Het lasapparaat vraagt u om deze gegevens
voor of na het invoeren van de barcode op de fitting in te voeren (zie afbeelding 2).
Afhankelijk van de gegevens die u invoert, moet u deze nogmaals invoeren (bijv. ID-
code van de lasser - zie hoofdstuk 4.2) of kunt u de ingevoerde gegevens aanpassen
en bevestigen of bevestigen zonder ze aan te passen (bijv. het opdrachtnummer en
aanvullende gegevens - zie hoofdstuk 5.2, 5.3).
Door op de toets  te drukken, kunt u via een keuzescherm snel bepaalde
traceerbaarheidsgegevens (zie afbeelding 6) bekijken of invoeren of
wijzigen/bevestigen.
Met de optie 'Resistance' (weerstand) in dit menu kunt u de werkelijke weerstand van
de aangesloten elektrolasfitting meten voor het lasproces start. Wanneer u deze optie
selecteert (druk op de pijltjestoetsen  en , en bevestig door op de toets START/
SET te drukken), moet u eerst de bijbehorende toegangscode invoeren en bevestigen
door op de toets START/SET te drukken. Pas dan wordt de weerstand gemeten.
Info
De toegangscode voor het meten van de werkelijke weerstand kunt u
opvragen bij een bevoegde medewerker van de eigenaar/gebruiker van
het lassysteem.
5.2 Het opdrachtnummer invoeren of wijzigen
Het invoerscherm voor het opdrachtnummer wordt weergegeven voordat het
lasproces start. U kunt het scherm ook openen via het scherm voor snelle toegang
(afbeelding 7). Voer het nummer in met het alfanumerieke toetsenblok (zie hoofdstuk
4.2) of scan de barcode met de scanner. De maximumlengte is 32 tekens. Druk op
de toets START/SET om uw invoer te bevestigen. Het opdrachtnummer wordt in het
geheugen opgeslagen en weergegeven op het afgedrukte lasrapport.
5.3 Aanvullende gegevens invoeren of wijzigen
Het invoerscherm voor aanvullende gegevens wordt weergegeven voordat het
lasproces start. Er worden twee schermen voor het invoeren van aanvullende
gegevens weergegeven. Voer de gegevens in met het alfanumerieke toetsenblok
(zie hoofdstuk 4.2) of scan de barcode met de scanner.
De maximumlengte voor het eerste invoerscherm is 20 tekens. De maximumlengte
voor het tweede invoerscherm is 15 tekens. Druk op de toets START/SET om uw
invoer te bevestigen. De aanvullende gegevens worden in het geheugen opgeslagen
en weergegeven op het afgedrukte lasrapport. Druk op de toets STOP/RESET om
dit scherm over te slaan zonder iets in te voeren.
Info
U kunt alle gewenste aanvullende gegevens invoeren. U kunt bijvoorbeeld
de lengte van de buis, de diepte van de greppel of opmerkingen die
bijdragen aan de traceerbaarheid van de gelaste verbinding invoeren.
9
*** Recording ***
Welder Code
>Commission Number
Resistance Meas.
Afbeelding 6
Enter Job No.
********************
************
Afbeelding 7
Enter Add. Data 1
********************
Afbeelding 8

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave