Problemen en oplossingen
Probleem
Probleem
Er is een verkeerd onderwerp
Er is een verkeerd onderwerp
geselecteerd.
geselecteerd.
De fl itser fl itst niet.
De fl itser fl itst niet.
Sommige fl itsstanden zijn
Sommige fl itsstanden zijn
niet beschikbaar.
niet beschikbaar.
Het onderwerp wordt niet
Het onderwerp wordt niet
volledig door de fl itser
volledig door de fl itser
verlicht.
verlicht.
De foto's zijn onscherp.
De foto's zijn onscherp.
De foto's hebben spikkels.
De foto's hebben spikkels.
Geluiden van de camera wor-
Geluiden van de camera wor-
den opgenomen met fi lms.
den opgenomen met fi lms.
114
Het geselecteerde onderwerp is dichter bij het midden van het beeld dan het hoofdonderwerp. Pas de compositie van
Het geselecteerde onderwerp is dichter bij het midden van het beeld dan het hoofdonderwerp. Pas de compositie van
de foto aan of schakel gezichtsdetectie uit en kadreer de foto met behulp van scherpstelvergrendeling (P
de foto aan of schakel gezichtsdetectie uit en kadreer de foto met behulp van scherpstelvergrendeling (
• • De fl itser kan niet worden gebruikt bij de huidige instellingen
De fl itser kan niet worden gebruikt bij de huidige instellingen: Zie de lijst met instellingen die met de fl itser kunnen
P 131).
worden gebruikt (
worden gebruikt (P
131).
• • De fl itser is omlaag
De fl itser is omlaag: Zet de fl itser omhoog (
: Zet de fl itser omhoog (P
• • De batterij is leeg
De batterij is leeg: Laad de batterij op (
: Laad de batterij op (P
• • De camera bevindt zich in de stand bracketing of continu
De camera bevindt zich in de stand bracketing of continu: Selecteer de enkele-fotostand (
• • De camera bevindt zich in de stille stand
De camera bevindt zich in de stille stand: Schakel de stille stand uit (
De camera bevindt zich in de stille stand. Schakel de stille stand uit (
De camera bevindt zich in de stille stand. Schakel de stille stand uit (P
• • Het onderwerp bevindt zich buiten het bereik van de fl itser
Het onderwerp bevindt zich buiten het bereik van de fl itser: Plaats het onderwerp binnen het bereik van de fl itser
( ( P
P 124).
124).
• • Het venster van de fl itser wordt afgedekt
Het venster van de fl itser wordt afgedekt: Houd de camera op juiste wijze vast (
• • De sluitertijd is korter dan
De sluitertijd is korter dan 1 1
180 180 s s: Selecteer een langere sluitertijd (
/ /
• • De lens is vuil
De lens is vuil: Maak de lens schoon (
: Maak de lens schoon (P
• • De lens wordt geblokkeerd
De lens wordt geblokkeerd: Houd voorwerpen uit de buurt van de lens.
: Houd voorwerpen uit de buurt van de lens.
• • s
s verschijnt tijdens het fotograferen en het scherpstelframe wordt rood
verschijnt tijdens het fotograferen en het scherpstelframe wordt rood: Controleer de scherpstelling voordat u de
opname maakt (
opname maakt (P
P 22).
22).
• • k
k wordt weergegeven tijdens het fotograferen
wordt weergegeven tijdens het fotograferen: Gebruik de fl itser of plaats de camera op een statief (
• • De sluitertijd is lang en de omgevingstemperatuur is hoog
De sluitertijd is lang en de omgevingstemperatuur is hoog: Dit is normaal en duidt niet op een defect.
• • De camera werd lange tijd gebruikt bij hoge temperaturen of er wordt een temperatuurwaarschuwing weergegeven
De camera werd lange tijd gebruikt bij hoge temperaturen of er wordt een temperatuurwaarschuwing weergegeven: :
Schakel de camera uit en wacht tot hij is afgekoeld.
Schakel de camera uit en wacht tot hij is afgekoeld.
• • u
u CONTINU AF
CONTINU AF is geselecteerd voor
is geselecteerd voor W
( ( P
P 75).
75).
• • Zoom werd aangepast tijdens het fotograferen
Zoom werd aangepast tijdens het fotograferen: Pas zoom niet aan tijdens het fotograferen.
• • Intelligente gezichtsdetectie is aan
Intelligente gezichtsdetectie is aan: Schakel Intelligente gezichtsdetectie uit (
Oplossing
Oplossing
: Zie de lijst met instellingen die met de fl itser kunnen
P 27).
27).
P 12) of plaats een volledig opgeladen reservebatterij (
12) of plaats een volledig opgeladen reservebatterij (P
: Selecteer de enkele-fotostand (P
: Schakel de stille stand uit (P
: Plaats het onderwerp binnen het bereik van de fl itser
: Houd de camera op juiste wijze vast (P
: Selecteer een langere sluitertijd (P
P xi). xi).
: Gebruik de fl itser of plaats de camera op een statief (P
: Dit is normaal en duidt niet op een defect.
W FILM SET-UP
FILM SET-UP > > SCHERPSTELMODUS
: Pas zoom niet aan tijdens het fotograferen.
: Schakel Intelligente gezichtsdetectie uit (P
P 59, 60).
59, 60).
P 4). 4).
P 4). 4).
P 22).
22).
P 28, 41, 43).
28, 41, 43).
: Controleer de scherpstelling voordat u de
SCHERPSTELMODUS: Selecteer
: Selecteer r
P 74).
74).
P 53).
53).
P 13).
13).
P 118).
118).
r AF (CENTRUM)
AF (CENTRUM)